Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Pieter christiaansz. bor

betekenis & definitie

Nederlands geschiedschrijver (Utrecht 1559 - Haarlem 19 Mrt 1635), vestigde zich als notaris in 1578 te Haarlem, waar hij tot aan zijn dood verblijf hield. Hij was ook raad en rentmeester-generaal van Noord-Holland.

Met de grootste ijver legde Bor zich toe op de beoefening der geschiedenis van de opstand en verzamelde vele oorspronkelijke stukken, waarbij aanzienlijke personen hem de behulpzame hand boden. Nadat in 1595 de eerste drie en 6 jaren later de drie volgende boeken van zijn uitgebreid geschiedwerk waren verschenen, verzochten de Staten van Utrecht, die aan Bor een jaargeld verleenden, dat ieder, die papieren bezat betreffende de vaderlandse historie, deze ter beschikking zou stellen van Bor.Dat verzoek verschafte hem een groot aantal belangrijke stukken, zodat hij met goed gevolg zijn arbeid kon voortzetten; in 1615 namen de Staten van Holland een dergelijk besluit, zodat hij ook de archieven van dit gewest kon raadplegen en zo de geschiedenis van 1555-1600 in een reeks van 37 boeken uitgeven, waarvan de eerste 2 dln in 1621 werden herdrukt, en het laatste in 1634 werd uitgegeven.

Bibl.: Oorspronck, begin ende aenvang der Nederlantscher oorlogen, beroertes ende burgerlijcke oneenicheden (Utrecht 1595, fol.); Van de Nederlantsche oorloghen . . geduerende den goavememente van den hertoghe van AIba . ., waerachtighe en historische beschrijvinghe (Utrecht 1601, fol.); Oorspronck, begin ende vervolgh der Nederlantsche oorlogen, in XVIII boecken . . beschreven (Leiden en Amsterdam 1621, fol.) (ie voll. herdr.); Oorsprongh, begin en vervolgh der Nederlandsche oorlogen (Amsterdam I679-’84, 9 dln, fol., ook 4 dln fol.), de beste herdr., aangevuld met Bijvoegsel van authentyke stukken, die in de Historie van Pieter Bor slechts summierlijk en stuksgewijs of in ’t geheel niet gevonden worden. Register ofte bladwijzer op alle de seven-en-dertigh boecken der Nederlantsche oorloghen (Amsterdam 1640, fol.); Het zesde deel der Ghronycke Carionis, beginnende met het jaar 1576 en eindigende met den 20sten Maart 1619 (1623, in-folio), Oorsprong, begin en aan vang der Nederlandsche oorlogen enz. in Liedekens vervat (1617, in-quarto), Gelegentheyt van 's-Hertogenbosch, enz. (3 dln, *s-Grav. 1630), een der beste geschiedenisboeken over ’s-Hertogenbosch en de belegering door Frederik Hendrik in 1629 en Twee tragi-comediën in proza (’s-Grav. 1617).

Lit.: Nieuw Ned. Biogr. Woordenboek, VI, 160.

< >