Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Peter Frans van KERCKHOVEN

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Antwerpen 10 Nov. 1818 - I Aug. 1857), studeerde van 1836-1839 in de geneeskunde te Bologna, voltooide echter zijn studiën niet, keerde terug naar Antwerpen, waar hij eerst op het handelskantoor van zijn vader en sinds 1849 als beambte op het stadhuis werkzaam was. Aanhanger geworden van de vrijzinnige en politiek-liberale ideeën, voerde hij als geducht polemist en criticus een onafgebroken strijd tegen de behoudsgezinde politieke en literaire strekking van de meesten van zijn tijdgenoten, inzonderheid van Conscience; interessant blijft zijn brochure De Vlaemsche Beweging, een schrille uiting van de door de opkomende katholiek-vrijzinnige antithese veroorzaakte onenigheid in de Vlaamse rangen.

Van zijn uitgebreid literair werk, dat gedichten, critiek, toneel, romans en verhalen omvat, verdient het scheppend proza gememoreerd te worden: deels opgezweepte Italiaanse verhalen, deels pessimistische „zedekundige” romans en vertellingen, die wegens het inlassen van politieke en religieuze motieven de vroegste uitingen zijn van de latere anti-Katholieke tendensliteratuur uit de jaren ’80. Te vermelden zijn de Antwerpse zedenschets De Koopmansklerk (Antwerpen 1843), de spiritistische roman Ziel en Lichaem (Antwerpen 1850) en de briefroman Liefde (Antwerpen 1851), waarin de ultraromantische neigingen en de ongebreidelde verbeelding af en toe in toom worden gehouden door een streven naar realisme en die de beste bladzijden bevatten van deze eerste waarlijk rusteloze geest in de Vlaamse letteren. DR R. F. LISSENSBibl. (voorn. werken): Poëzie: Gozewyn, graaf van Stryen (Antwerpen 1841); Oud-België (ibid. 1842); Gedichten en Balladen (ibid. 1846); Volksliedjes (Gent 1854). Proza: Jaek of een arm huisgezin (Antwerpen 1842); Daniël (ibid. 1845); Femand de Zeerover (ibid. 1845); Volksverhalen (ibid. 1849); Wit en Zwart (ibid. 1851); Licht en Bruin (ibid. 1851); Avondlezingen (Brussel z. j.); Twee Goddelozen, onder pseud. Jan de Vrij (ibid. 1857). Toneel: Richilde, in samenwerking met E. Rosseels (Brugge 1847); De gestrafte Wraek (Antwerpen 1850); Jaloerschheid (ibid. 1851); Boer en edel (ibid. 1853); De dronkaerd (ibid. 1854). Brochure: De Vlaemsche Beweging (Antwerpen 1847). Volled. Werken, 13 dln (Antwerpen - Gent 1873).

Lit.: L. Baekelmans, Vier Vlaamsche Prozaschrijvers (Antwerpen 1931); G. G. N. De Vooys, Verz. Letterk. Opstellen (Antwerpen).

< >