Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

PAPAYA

betekenis & definitie

is de vrucht van de zgn. meloenboom (papaw der Engelsen en Amerikanen) Carica papaya, een vertegenwoordiger van de kleine tropische familie der Caricaceeën. De plant is afkomstig uit tropisch Amerika, maar wordt om haar voortreffelijke vruchten overal in de tropen gekweekt.

De plant, die meestal een geheel onvertakte stam heeft, die dicht bezet is met de littekens der afgevallen bladeren, draagt aan haar top een rozet van grote, handvormig ingesneden, zeer lang gesteelde bladeren; de plant kan wel 6-14 m hoog worden en is tweehuizig. De vrouwelijke planten dragen zittende, vrij grote bloemen in de oksels der bladeren; deze bloemen hebben een losbladige of aan de basis iets vergroeide kroon en een bovenstandig eenhokkig vruchtbeginsel waarop een korte stijl met vijf enkelvoudige of twee- tot meerspletige stempels. In het vruchtbeginsel, dat enigszins vijfhoekig is, zitten vijf wandstandige zaadlijsten met talrijke zaadknoppen. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een grote, meloenvormige vrucht, die bij rijpheid geel van kleur is en veel gegeten wordt, zo, of toebereid met suiker, azijn of sinaasappelsap. De mannelijke bloemen, die veel kleiner zijn, staan in vertakte bloeiwijzen eveneens in de oksels der bladeren die soms enkele vrouwelijke bloemen dragen. De mannelijke bloemen hebben een vergroeide trompetvormige kroon en tien meeldraden en een rudimentaire stamper.

De vrucht, die aan de mannelijke plant komt, is kleiner, anders van vorm en hangt aan de stengel der bloeiwijze in tegenstelling met de zittende vrucht van de vrouwelijke plant. Op tien vrouwelijke planten houdt men met het oog op de bestuiving steeds één mannelijke plant aan.

De gehele plant bevat melksap, dat door de bewoners reeds zeer lang gebruikt werd om vlees goed zacht te maken; men wikkelde daartoe het vlees in de bladeren of legde het in water, waaraan men wat melksap had toegevoegd. In later jaren is gebleken dat deze behandeling berust op de aanwezigheid in het melksap van een proteolytisch enzym; naast dit enzym komen in het melksap nog andere enzymen voor en wel een, dat melk doet stremmen en enzymen die vet en zetmeel oplossen. Deze enzymen zitten vooral in het melksap van de nog niet rijpe vruchten en worden daar tegenwoordig technisch uit gewonnen. Men is daarmee op Ceylon begonnen, maar het meeste gedroogde melksap, dat men met de naam papaïne aanduidt, wordt tegenwoordig in Tanganjika en in Kenya gewonnen. Voor de winning snijdt men de nog niet rijpe vrucht enige dagen achter elkaar oppervlakkig aan; het uitstromende melksap dat aan de lucht snel coaguleert wordt kunstmatig gedroogd en heeft dan een enigszins oranje kleur.



Papaïne
werkt het beste in zuur milieu, doch is ook in alkalisch milieu werkzaam. Het heeft het voordeel, dat de werkzaamheid ook bij lage temperatuur doorgaat en door verhitting tot 80 gr. C. niet verloren gaat. Men gebruikt papaïne medisch vooral om bij zwakke baby’s spijsverteringsstoornissen op te heffen en om bij gevallen van diphtherie de vliezen op te lossen. In Amerika wordt papaïne tegenwoordig op grote schaal in de bierbrouwerij gebruikt om zgn. „Chillproof” bier te verkrijgen; de eiwitten uit het bier, die bij afkoeling zouden neerslaan, blijven door de werking van het enzym in oplossing.

DR A. KLEINHOONTE

Lit.: Papaïn; The Valuable Latex of a Delicious Tropical Fruit, in: Economie Botany IV (Lancaster, Pa., 1950), p. 192—194.

< >