heer van Bovignies, Nederlands politicus (’s-Gravenhage 26 Juli 1631 Dordrecht 1692), stamde uit een uit Valenciennes om het geloof gevluchte familie; zijn vader was de zwager van Jacob de Witt. Hij werd in 1664 pensionaris van Dordrecht.
Als zodanig woonde hij vrij geregeld de vergaderingen der Staten van Holland bij en trad herhaalde malen op als loco-raadpensionaris, wanneer Johan de Witt afwezig was, zo ook van Juni tot Aug. 1672, na de aanslag op De Witt. Voordien had hij geijverd voor de totstandkoming van het Eeuwig Edict en om de andere gewesten daarbij te doen aansluiten (Acte van Harmonie), hoewel hij ook wel critiek had op de staatkunde van zijn neef. Bij de zuivering in Sept. 1672 verloor Vivien al zijn ambten, en pogingen om hem later weer in de stadsregering te brengen stuitten af op de tegenstand van Willem III. Vivien maakte enige gedichten en schreef enkele politieke brochures.DR H. A. ENNO VAN GELDER
Lit.: Notulen gehouden ter Statenvergadering van Holland, 1671-’75 (met biogr. inleiding van N. Japikse, Werken Hist. Genootsch. 1904); Brieven van en aan Johan de Witt, III en IV (ed. Fruin en Japikse, Werken Hist. Gen., 1912 en 1922); J. D.
Wagner, Fam. aant. v. N. V., in: Wapenheraut 16/17 (1913); T. J. Geest, N. V., een held van de ware vrijheid, in: Bijdr. v.
Vad. gesch. en oudh.k. VII, 8 (1937).