(de Almeida), Portugees comisch en satirisch schrijver (Lissabon io Sept. 1741 - 24 Juni 1811), was gedurende vele jaren professor in rhetorica en poëzie te Lissabon. Later kreeg hij een welbezoldigde post bij de Staatssecretarie van de Zaken van het Koninkrijk.
Hij hield zich echter arm, vooral bij de machthebbers, die hij gaarne vleide. Desondanks is hij een der oorspronkelijkste dichters die Portugal heeft gekend. Groot was zijn opmerkingsgave en hij beschreef niet alleen getrouw, maar ook met een onvergelijkelijke ironie, de maatschappij van zijn tijd. Garrett noemt hem de bij uitstek nationale dichter in zijn genre en zegt dat „Boileau meer kracht bezat, maar zijn geestigheid miste”.Bibl.: O passeio; O bilhar; A guerra; A funçao; Oa amantes e.a. Verzam. dichtwerken, onvol 1. in 2 dln (1801, vele malen herdr., zeer compleet geïll. 1864); Os toucados altos; Deixando um Cavallo a margem; Memorial a sua Alteza (autobiografie). Verder: Satiras e epistolas.