heet een groep van geestesstoornissen, waarbij het buiten de neurose gelegen gebied van het verstandelijk denken niet wordt aangetast en waarbij geen dementie ontstaat. Is het verstandelijk contact met de medemens wél gestoord, dan spreekt men van een psychose.
De grens tussen het normale en de neurose is niet scherp te trekken; ieder mens heeft wel iets van een neurose in zich. Anderzijds is ook de grens tussen neurose en psychose moeilijk te trekken. Het publiek maakt het onderscheid door bij een neurose van „zenuwziek” en bij een psychose van „krankzinnig” te spreken.Het is uiterst moeilijk om een bevredigende indeling van de verschillende neurosenvormen te geven. De ziektebeelden kunnen een zeer bont aspect geven, terwijl combinaties van uiteenlopende verschijnselen meer regel dan uitzondering zijn. Wij volgen hier in grote trekken de indeling van prof. Carp.
1. De orgaanneurosen
Hiertoe rekent men de nerveuze hart-, maag- en andere stoornissen. Doorgaans vindt men hier geen afwijkingen van het betreffende orgaan, afgezien van lichte functiestoornissen, bijv. een onregelmatige pols, ontbreken van zoutzuur in de maag enz. Ook bij kinderen wordt deze toestand als neuropathische constitutie beschreven. Naast de onberekenbare reacties van de zijde van de ingewanden en het vaatstelsel, ziet men bij deze kinderen een geestelijke onstandvastigheid, waarbij rust en regelmaat ontbreken. De oorzaak van deze stoornissen kan liggen in een abnormale gevoeligheid van het sympathische zenuwstelsel, terwijl ook emotionele belevenissen van invloed kunnen zijn. Soms is de patiënt zich van de invloed der emotionele invloeden niet bewust en is de emotionele inhoud verdrongen (z psycho-analyse).
2. De hypochondrische neurosen
Hier staat de orgaangewaarwording op de achtergrond en de bezorgdheid op de voorgrond. Deze personen plegen steeds naar doktersadviezen te vragen, die hen dan slechts voor een korte poos geruststellen. Hypochondrie kan ook een verschijnsel zijn van depressie of schizophrenie .
3. De depersonalisatieneurosen
Hier staat het eigen innerlijk van de patiënt vreemd tegenover de buitenwereld. Deze is voor hem „anders dan gewoon”. De zon schijnt anders en vreemder, het is of een ander in hem denkt en handelt. Ook komt het voor, dat nieuwe gebeurtenissen beleefd worden als „vroeger ook wel eens voorgekomen”. Ook deze verschijnselen komen wel eens bij psychosen voor.
4. De neurasthenieèn
Hier staat de vermoeibaarheid en de prikkelbaarheid op de voorgrond, meestal gepaard met slapeloosheid. De klachten gaan meestal over gebrek aan concentratie op het werk en dat het werk niet meer van zelf vlotten wil. Vroeger neigde men er toe, de meeste van deze gevallen aan lichamelijke uitputting of intoxicatie toe te schrijven, tegenwoordig acht men de ernstige gevallen ontstaan ten gevolge van geestelijke conflicten. Vroeger schreef men hier rust voor, thans liever goed gedoseerde werkzaamheden.
5. De dwangneurosen
Deze zijn reeds als zodanig beschreven (z dwangneurose en dwangverschijnselen), zij staan ook bekend onder de naam psychasthenie.
6. De nervositas
Zo noemt men de ziekte van de mensen met het wankele geestelijke evenwicht, bij wie het „al dan niet gedisponeerd zijn” een grote rol speelt. Deze mensen kunnen doorgaans niet hebben, dat men hun een strootje in de weg legt, om dan weer in een uiterst moeilijke situatie een opvallende daadkracht en koelbloedigheid ten toon te spreiden. Het feit dat een werk hun „ligt” speelt vaak een voorname rol in hun prestaties. Hiertoe behoren ook de mensen, die „op hun zenuwen leven”. Klaarblijkelijk speelt bij hen een wankel sympathisch zenuwstelsel een belangrijke rol en hieruit zijn de ontelbare lichamelijke klachten grotendeels te verklaren, zoals hoofdpijn, tintelende vingers, bleke kleur enz. Omdat zij tegen de onaangenaamheden van het leven als een berg opzien, vluchten zij vaak in een fantasieënwereld of zoeken zij rust in kettingroken. Tegen de constante verantwoordelijkheid van een huwelijk zien zij vaak op, doch een evenwichtige huwelijkspartner kan een grote steun zijn.
7. De angstneurosen
Hier treedt de angst geheel op de voorgrond, soms gekoppeld aan een bepaalde vage en misleidende voorstelling. (z angst). Volgens de thans meest geldende verklaring ontstaat de angst ten gevolge van een uit het bewustzijn verdrongen aanvechting van moordzucht, perverse sexualiteit, of andere immorele aanvechting waartegen het morele gevoel zich verzet. De geweldige spanning wordt gevoeld als angst (z dieptepsychologie en psycho-analyse). Vanwege de onbewuste perversiteit der sexuele gevoelens zal iedere impuls van de sexuele sfeer uit de angst nog vergroten. De behandeling der angstneurosen kan bestaan uit kalmerende medicijnen, hypnose, psycho-analyse en geregelde arbeid, ten einde de energie (libido) in goede banen te laten afvloeien.
8. De hysterische neurosen
vallen onder de conversie-hysterie. Een vrouw bijv. die op een wandeling een immorele aanvechting heeft gehad en verdrongen, zal zich door een hysterische verlamming in de benen trachten te beschermen tegen een herhaling van deze daad, of zich op deze wijze straffen voor haar overwogen misstap. Het verband tussen gedachte of daad enerzijds, en verlamming anderzijds, blijft haar echter verborgen. In een ander geval weer kan een aanranding, jaren geleden, waarbij heftig verzet is gepleegd, veel later in omstandigheden, die met deze gebeurtenis in enig gevoelsverband staan, een hysterische aanval met schoppen, trappen, slaan en schreeuwen tot gevolg hebben, ook al is deze uitbarsting volkomen zinloos en de oorzaak voor de persoon zelf volkomen duister. In deze groep behoren nog de hysterische droomtoestanden. Wanneer het leven vastloopt in innerlijke conflicten, kan de hysterische patiënt zich dusdanig in de gewenste situatie inleven, dat het gevoel voor de werkelijkheid wegzakt en het fantasieleven in de plaats der werkelijkheid dringt. De patiënten zijn in gedachten met een begeerd iemand gehuwd, onaangename personen en dingen zijn eenvoudig weggefantaseerd.
9. De traumatische neurose
Deze ontwikkelt zich in aansluiting aan een, doorgaans zwaar, ongeval. Het is bekend, dat iemand, die van zijn paard gevallen is, of op het ijs een smak gemaakt heeft, beter doet direct met zijn bezigheid voort te gaan. Onderbreekt hij dit werk voor geruime tijd, dan kan het wel eens voorkomen, dat de prestaties niet meer willen worden, gelijk vroeger. De reacties zijn niet meer de juiste, te traag en te afmattend, en daardoor is het zelfvertrouwen weg. Ditzelfde kan bij het uitoefenen van een beroep gebeuren. Na de instelling van de Rijksverzekeringsbank is de traumatische neurose niet slechts in de bijzondere belangstelling der sociale geneeskunde gekomen, doch ook heeft het aantal gevallen zich sterk uitgebreid.
De invaliditeitsuitkering hief de harde noodzakelijkheid tot werken voorlopig op, zodat tegenover de aanvankelijke moeiten en klachten bij de arbeidshervatting niet meer de genezende kracht van de strijd om het dagelijks brood stond. Ten slotte gaat de strijd niet meer tussen angst en moeiten enerzijds en wil tot werken anderzijds, doch de getroffene voert de strijd voor het behoud van zijn uitkering, waarbij de klachten rampzaliger wijze de bondgenoot van de getroffene worden. Men doet verkeerd, dit voor simulatie te laten doorgaan; de patiënten zijn te goeder trouw.
De lijders aan traumatische neurose vallen op door zwakke wilskracht, ook al praten zij des te meer over hun goede wil, de krachtprestaties zijn gering, er bestaat zwakte in de benen, duizeligheid, hoofdpijn, onzekere gang enz. Vooral beven in de handen wordt gevonden. Is de traumatische neurose ontaard tot een renteneurose, dan ziet men een querulerende houding tegenover instanties, die de, door de getroffene als rechtmatig beschouwde, uitkering weigeren. Wordt na een eindeloos aantal onderzoeken en rapporten, die voor de getroffene een ware kwelling zijn, ten slotte de uitkering ingetrokken, dan ziet men slechts zelden genezing, doch doorgaans ontwikkelt zich een querulerende toestand, waarbij de getroffene slechts zijn bevrediging vindt in een vorm van masochisme, waarbij hij met een zekere wellust de verongelijkte speelt en er tevens zwaar onder lijdt. Inderdaad ziet men de traumatische neurose vaak bij enigszins schuchtere personen, die niet opvallen door actieve strijdlust, doch kalm en rustig een veilige levensweg zoeken. De behandeling kan niet vroeg genoeg worden begonnen.
Snel weer oefenen, spoedig aan het werk gaan enerzijds en begrip anderzijds, dat veel van de oude prestaties opnieuw moeten worden aangeleerd, zodat onvoldoende prestaties recht op volledige waardering genieten, benevens inzicht en tact aan beide zijden zijn hier op hun plaats. Eindeloze onderzoekingen en rapporten met hun afmattende onzekerheid moeten hier zoveel mogelijk worden vermeden.
10. De beroepsneurosen
Bij verschillende personen, bijv. bij violisten en pianisten, kunnen zich gevoelens van pijn, tintelen, of zwakte in de arm voordoen. Soms is hierbij een lichte zenuwontsteking in het spel, vaak echter zijn deze klachten tevens of slechts het gevolg van een neurose. Bij deze mensen bestaat nogal eens een felle eerzucht, waarbij een conflict bestaat tussen willen en kunnen. Tot deze groep behoort ook de sportneurose, die in de sportwereld bekend staat onder de naam van „overtraining”.
11. De tics
Dit zijn de schokken en grimassen, die men bij sommige mensen waarneemt. Vele berusten op een letsel van het zenuwstelsel, doch er zijn ook nerveuze tics. Tics komen meer bij nerveuze dan bij evenwichtige mensen voor. Over het wezen van de tics is nog veel duister.
Voor de behandeling der neurosen z voorts psychotherapie en psycho-analyse.
DR A. P. TIMMER
Lit.: E. A. D. E. Carp, De neurosen (Amsterdam 1939); J. H. v. d.
Hoop, Nieuwe richtingen in de zielkunde (Arnhem 1948); A. J. Westerman Holstijn, De invloed van het bewuste denken op het onbewuste (Amsterdam 1934); J. H. v. d. Hoop, Bewusstseinstypen und Ihre Beziehung zur Psychopathologie (Bern 1937): R Brun, Allgemeine Neurosenlehre, 2de dr. (Basel 1946).