Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DEMENTIE

betekenis & definitie

blijvende verzwakking van de intellectuele en (of) ethische vermogens van een individu. Tot de intellectuele (= verstandelijke) vermogens worden gerekend: de oriëntatie in plaats en tijd, waardoor men kan aangeven waar men zich bevindt en weet welke dag, welk uur het is, het opnemen en vastleggen van nieuwe indrukken (= inprenting), het weten en te voorschijn brengen van herinneringen en vroegere gebeurtenissen (= geheugen) en de rekenfunctie.

Deze groep, gevormd door oriëntatie, inprenting, geheugen en rekenen, kan men samenvatten onder de naam van elementaire verstandelijke vermogens. Daarnaast dient men te onderscheiden de groep van de samengestelde verstandelijke vermogens. Deze bestaat uit het abstraheringsvermogen, dat dient tot de vorming van algemeen sociaal gebruikelijke begrippen, het combinatievermogen, waarmede de mens begrippen rangschikt en samenvat in nieuw verband, de fantasie en de intuïtie.De ethische dementie kenmerkt zich door een vermindering van de belangstelling voor de omgeving, een zekere onverschilligheid ten opzichte van het gevoel voor decorum, lusteloosheid en vermindering van de activiteit, waardoor het individu afstompt. De intellectuele dementie wordt veelal aangeduid met de naam van elementen-dementie waarmede men aangeeft dat de verschillende opbouwende elementen van het verstand in hun werkzaamheid zijn verminderd. Uit de beschrijving van de ethische dementie volgt, dat het individu in zijn sociale aanpassing te kort schiet, waaraan dan de naam sociale dementie is ontleend.

1. Intellectuele of elementen-dementie

Bij de verschillende vormen, die achtereenvolgens besproken zullen worden, treft men een ziekelijke verandering aan van delen van de grote hersenen. Deze verandering kan bestaan uit een degeneratie van zenuwcellen en vezels, ontsteking van het hersenweefsel en veelal gecombineerd met ontstekingsveranderingen in het vaatstelsel van het centrale zenuwstelsel en gezwelvorming. Bij al deze ziekteprocessen kan men de verschijnselen van de verstandelijke dementie waarnemen, waarbij een voor elk ziekteproces min of meer typische groepering van de gestoorde geestelijke functies opvalt. Een begrijpelijke samenhang echter tussen de ziekteprocessen van het hersenweefsel en de stoornissen van de geest is ten enenmale afwezig en zo is het dan ook niet mogelijk tot een meer diepgaand inzicht in het dementieverschijnsel te komen.

Als voorbeeld van een typische elementendementie dient genoemd te worden de verandering, die men aantreft in het geestelijke leven bij ouden van dagen. Er ontstaat geheugenverlies; de belangstelling voor de omgeving neemt af en de lijders ontwikkelen een versterkte mate van egocentriciteit. In hun gedachten houden zij zich meer en meer bezig met herinneringen uit het verleden. Pas wanneer deze verschijnselen uitgesproken worden, de oriëntatie gestoord wordt en ook de inprenting duidelijk geleden heeft, ontstaat het beeld van de ouderdomsdementie (dementia senilis) of kindsheid.

In de hersenen van lijders aan deze vorm van dementie vindt men een te gronde gaan van zenuwcellen. Deze schrompelen, de vezelstructuur in het cellichaam gaat samenklonteren en de celuitlopers tonen kurketrekkerachtige kronkelingen. Vooral in de buitenste schorslagen ontstaan plaatselijke neerslagen, waarschijnlijk van afbraakproducten, die men aangeeft met de naam van seniele plaque.



Ziekte van Pick


Een elementendementie, welke mensen overvalt op 40-45-jarige leeftijd. Het verloop is snel voortschrijdend en na enige jaren is een uiterst sterke verzwakking van de verstandelijke vermogens aanwezig. De ziekte komt in enkele gevallen bij kinderen van eenzelfde ouderpaar voor en men is geneigd aan te nemen, dat voor het ontstaan een erfelijke factor mede een rol speelt. Men treft in bepaalde hersengebieden, voornamelijk de voorhoofds- en slaapkwab, uitgebreide degeneratieve veranderingen aan.



Ziekte van Alzheimer

Evenals de vorige ziekte een snel voortschrijdende elementen-dementie, die gewoonlijk omstreeks 55-jarige leeftijd begint. Naast de dementieverschijnselen zijn er toevalletjes en op kleine beroerten gelijkende symptomen. Ook deze ziekte heeft een zeer snel verloop. Anatomisch vindt men zeer sterk uitgesproken veranderingen, die overeenkomen met die van de ouderdomsdementie.



Dementia arteriosclerotica

De arterio-sclerose (aderverkalking) van de hersenvaten geeft vele en verschillende ziekteverschijnselen, die men verdelen kan in symptomen, die terug te voeren zijn op voorbijgaande vaatkrampen, waarbij tijdelijk de voeding van hersengebieden geschaad wordt, terwijl gewoonlijk later in het ziekteproces — wanneer deze krampen zich herhalen — blijvende veranderingen in het hersenweefsel ontstaan. Als gevolg van deze blijvende beschadiging ziet men verlammingen ontstaan van één of meer ledematen, spraakstoornissen van verschillende aard kunnen zich ontwikkelen en ook kunnen slik- en ademhalingsbezwaren ontstaan (zie hersenziekten). De geestelijke verschijnselen worden in het begin gevormd door slapeloosheid, prikkelbaarheid, snel wisselende stemming, nu eens zeer vrolijk, dan weer verdrietig, waarnaast meestal over snelle geestelijke vermoeibaarheid wordt geklaagd. Dit geestelijk voorstadium van de ziekte kan weer verbeteren en in vele gevallen blijven jarenlang ernstige verwikkelingen uit, doch in aansluiting aan bovengenoemde klachten of jaren later, al naar gelang van het verloop van de ziekte, kan zich een dementia arteriosclerotica aansluiten. Naast de bovengenoemde geestelijke verschijnselen ontwikkelt zich dan het beeld van een elementendementie, die wederom gekenmerkt wordt door stoornissen in de verschillende verstandelijke vermogens.

Zoals reeds werd gezegd, berusten de veranderingen in de hersenen op vaatkrampen, die de voedingstoestand van kleinere of grotere gebieden schaden. Als gevolg hiervan gaan zenuwcellen langzamerhand of meer plotseling te gronde. Daarnaast ziet men ook voedingsstoornissen in de wand van de vaten zelf optreden, waardoor deze wand kan barsten, of doorlaatbaar wordt, wat in beide gevallen aanleiding geeft tot bloeding in het omgevende hersenweefsel. Deze veranderingen zijn zeer verschillend en samengesteld, waarbij men verder nog een zekere voorkeur voor bepaalde vaatgebieden kan terugvinden. Tevens dient er nogmaals op gewezen te worden, dat er ook bij deze ziekte geen begrijpelijke samenhang is tussen de ernst van de hersenafwijkingen en de intensiteit van de geestelijke verschijnselen. Men kan zware hersenbeschadigingen vinden met geringe dementie en evenzo treft men het omgekeerde aan.

Als voorbeeld van een elementendementie bij kinderen dient volledigheidshalve de Amaurotische idiotie genoemd te worden. Andere vormen van dementie bij kinderen zijn te zeldzaam, dan dat het nodig is deze hier te behandelen.



Dementia paralytica


(hersenverweking). Deze ziekte ontstaat in bepaalde gevallen als gevolg van een infectie met de syphilisspirocheet. De eerste tekenen er van doen zich meestal voor 10-15 jaar na de infectie en bestaan uit geestelijke en lichamelijke ziekteverschijnselen. De geestelijke verschijnselen vallen geheel onder het beeld van de verstandelijke (elementen-) dementie, waarbij een vroegtijdige critiek- en oordeelsstoornis op de voorgrond staan. Ook ethisch vertonen deze patiënten een zekere afstomping, en zo ziet men als eerste symptoom dikwijls een verlies van het gevoel voor decorum. Lichamelijk ziet men een verslapping van de gelaatsspieren, bevingen om de mond, in de tong en in de ledematen. De pupilreactie op invallend licht ontbreekt en de ronde vorm van de pupil heeft plaatsgemaakt voor een onregelmatige. In sommige gevallen ontstaan meestal snel voorbijgaande verlammingen, terwijl ook toevallen voor kunnen komen. Onderzoekt men de hersenen dan treft men ontstekingsveranderingen aan in de vaatwanden en hersenvliezen. Een deel van de hersenveranderingen kan men terugbrengen op ontsteking van het hersenweefsel zelf, een ander deel op ontaarding als gevolg van de gestoorde voeding door de vaatwandziekte. In de wanden van de bloedvaten en in het hersenweefsel kan men met speciale kleurmethoden de spirocheten aantonen.

Het verloop van de ziekte was vroeger in 3-4 jaar dodelijk, tegenwoordig bezit men in de behandeling met entmalaria (ingevoerd door Wagner von Jauregg) een methode, waarmede het voortschrijden van de ziekte lichamelijk en geestelijk tot staan kan worden gebracht en in sommige gevallen wordt zelfs een verbetering bereikt. Deze stilstand of verbetering kan jaren aanhouden en bij weder verergeren of opnieuw optreden van symptomen kan men een dergelijke kuur herhalen. Aan deze behandeling zijn verschillende gevaren verbonden, zodat zij door een deskundig medicus moet toegepast worden.

Bij kinderen, die voor de geboorte met syphilis besmet werden, ontwikkelt zich soms eveneens dementia paralytica. De ziekteverschijnselen, welke in hoofdtrekken overeenkomen met die van volwassen lijders aan de ziekte, komen gewoonlijk op 12-14-jarige leeftijd te voorschijn. Ook bij hen bereikt men soms met de malariakuur stilstand, minder vaak een verbetering van het lijden.

Bij gezwellen van het hersenweefsel en van de hersenvliezen, die langzaam groeien, ontwikkelen zich eveneens de verschijnselen van een elementen-dementie.

2. Ethische of sociale dementie

waarbij men als voornaamste verschijnselen aantreft afstomping, vermindering van de belangstelling voor de omgeving enz., is een van de voornaamste ziekteverschijnselen van de schizophrenie. Men vindt het als begeleidend verschijnsel verder bij alle vormen van elementen-dementie. Daarnaast treft men tekenen van sociale dementie aan bij alkoholisten, morfinisten, cocaïnisten enz. Op de wel zeer ingewikkelde verklaringen van dit verschijnsel kan hier niet worden ingegaan.

3. Pseudo-dementie

In aansluiting aan heftige gemoedsbewegingen kan men in sommige gevallen een ziektetoestand waarnemen, die overeenkomst vertoont met een elementen-dementie. Gewoonlijk volgt na niet al te lange tijd genezing. Het is misschien niet onnodig te vermelden, dat in dergelijke gevallen geen veranderingen in het hersenweefsel bestaan.

DR A. H. FORTANIER