Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZOUTZUUR

betekenis & definitie

geest van zout, is de oplossing van zoutzuurgas, chloorwaterstof (z chloor), in water; de handelssterkte is ca 30 pct.

De klassieke bereidingswijze is die waarbij zout met zwavelzuur in gietijzeren pannen onder roeren wordt verhit. Eerst vormt zich hierbij onder ontwikkeling van zoutzuurgas natriumbisulfaat, bij hogere verhitting reageert dit, eveneens onder zoutzuurvorming, met zout verder tot natriumsulfaat. Het ontwijkende gas wordt gewoonlijk geleid door series stenen vaten, zgn. tourils, die met water worden gekoeld en waardoor water stroomt dat het gas absorbeert.

Daar het gebruik van natriumsulfaat in de glasindustrie, wat een van de belangrijke afzetmogelijkheden van dit product was, terugloopt ten voordele van soda, anderzijds door uitvriezen uit de afvallogen der kali-industrie steeds meer natriumsulfaat wordt gewonnen, verliest deze bereidingswijze snel terrein aan de vervaardiging van zgn. synthetisch zoutzuur, wat bovendien een zuiverder product is. Daartoe worden bij de chlooralkali-electrolyse gewonnen chloor en de tevens verkregen waterstof — waarvoor zelden een lonend emplooi is te vinden — samen verbrand in een apparatuur van gesmolten kwarts. Het zo verkregen zoutzuurgas wordt na koeling in kwartsbuizen in met water gekoelde zuurvaste absorbers geabsorbeerd in water. Bij de chlorering van organische stoffen ontstaat in veel gevallen zoutzuurgas, dat eveneens op zoutzuur wordt verwerkt.

Zoutzuur wordt gebruikt voor de bereiding van chloriden, het ontsluiten van sommige ertsen (o.a. tinerts), het extraheren van beenderen voor de bereiding van gelatine en lijm, het omzetten van cellulose en zetmeel in suiker (glucosestroop), het beitsen van metalen en in steeds toenemende mate, vaak gemengd met zwavelzuur, voor het conserveren van groenvoer (A.I.V.-zuur).

PROP. IR J. G. HOOGLAND.

< >