is het uitsnijden van een zenuw die hinderlijke pijn veroorzaakt of waarvan de werking anderszins storend is. Om de pijn van een trigeminusneuralgie te bestrijden kan bijv. één der takken of de hoofdstam van de drielingzenuw worden doorgesneden.
Om een long rust te geven kan één nervus phrenicus worden doorgesneden, waardoor het middenrif aan die kant verlamd wordt, zodat de ademexcursies van de long minder worden. Bij hardnekkige aanvallen van vestibulaire draaiduizeligheid (ziekte van Ménière) kan de evenwichtszenuw worden doorgesneden. Zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen, waarbij een zenuw wordt opgeofferd om genezing te bevorderen of hinderlijke bezwaren te doen verdwijnen.