Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NEPAL

betekenis & definitie

(of Nipâl, eigenlijk Nijampal, d.i. Heilig Land), onafhankelijk koninkrijk ten N.O. van India, groot 139 860 km, telt ca 7 millioen inw.

Het gebied wordt onderscheiden in de „Tarai”, d.i. de moerassige laagvlakte in het Z., en het bergachtige terrein in het N., dat wordt gevormd door de zuidelijke ketens van het Himalaya-gebergte (Mount Everest 8840 m, Kantsjindsjanga 8588m). Met de hoogte verandert het klimaat; in de laagvlakte is het heet en ongezond, tegen de hellingen wordt het subtropisch, terwijl hoog in de vergletsjerde bergen een Alpen-klimaat heerst. De landbouw, die op primitieve wijze wordt beoefend, is het voornaamste middel van bestaan (maïs, rijst, jute en tegen de hellingen tabak, thee en tarwe). In de bergen wordt een extensieve veeteelt bedreven. Enkele handelswegen uit India naar Tibet leiden door het land, dat echter voor blanken vrijwel ontoegankelijk is. De oudste bewoners zijn gevestigd in de ongezonde dalen en kloven.

Zij zijn verwant aan de Mongoloïde bevolking van Tibet en werden later door de Brahmaanse Gurkha’s uit het vruchtbare gebied verdreven. De strijdlustige, in het Britse leger altijd zeer gewaardeerde Gurkha’s zijn thans de heersende groep in Nepal en vormen met de Magar en de Gurang de krijgsmanstand. Deze stand belijdt de Hindoeïstische godsdienst. Alle andere bewoners zijn aanhangers van het Boeddhisme.Aan het hoofd van de staat bevindt zich een maharadja, de feitelijke macht berust echter bij de Eerste Minister. De hoofdstad is Katmandoe (Kathmandu) met 109 000 inw.; andere steden van belang zijn Patan (105000 inw.) en Bhatgaon (93 200 inw.).

Geschiedenis

De historische literatuur van Nepal, de zgn. Vamsavali, in oostelijk Pahari of Khas-Kura gesteld, die van vrij recente datum is, vermeldt onder de oudste dynastieën de Gupta, gesticht door Ne-Muni (waarvan de naam Nepal afstamt), de Ahir, Kirati, So-Mavamsi e.a., waarvan de chronologie uiterst verward is. Een nauwkeuriger historisch perspectief heeft men pas van 1324 af, toen Nepal veroverd werd door Harisimha-deva, koning van Simraun. Na enkele eeuwen onder de Rajput-dynastie te hebben geleefd, kwam Nepal in 1768 in handen van de Gurkha’s. Naar aanleiding van een poging om hun veroveringen uit te breiden tot Tibet kwamen de Gurkha’s in botsing met de Chinezen en vielen deze laatsten hun land binnen (1792). Even later werd het land in een oorlog met Engeland betrokken wegens herhaalde grensschendingen en sloot Mrt 1816 een verdrag waardoor het een deel van zijn gebied aan Engeland afstond en tevens een Engels resident te Katmandoe (Kathmandu) aanvaardde. Een voorspoedige tijd kende Nepal onder de reorganisator Jung Bahadur (gest. 1877), die zich 15 Sept. 1846 meester maakte van de troon na het zgn. bloedbad van Kot, waarbij hij al zijn tegenstrevers uit de weg ruimde. Hij was een trouw bondgenoot van Engeland, zelfs tijdens de jaren van de grote Indische opstand (1857-1859). Thans heerst over Nepal maharadja dhiraja Tribhubana Bir Bikram Jung Bahadur, wiens regering, evenals die van zijn voorgangers, door verscheidene paleisrevoluties (o.a. in 1951) wordt gekenmerkt.

Lit. S. Lévi, Le N. (1905); P. Landon, N. (1928, met bibliogr.); W. B. Morthey, Land of the Gurkhas (1937).

< >