(1688-1697) ging over de handhaving van de Franse hegemonie in Europa. Tegen de aanspraken van Lodewijk XIV op de Palts (ten behoeve van zijn schoonzuster Elizabeth Charlotte van Orleans) had Frederik Willem I van Brandenburg een verdedigend verbond met de Republiek gesloten (Nov. 1685) en in het volgend voorjaar een offensief verbond met de keizer, die langzamerhand de handen meer vrij kreeg tegenover de Turken.
Deze laatste alliantie breidde zich tot het Verbond van Augsburg uit (9 Juli 1686: Beieren, Saksen, de Palts, Zweden en Spanje). Nu zag de Franse koning het overwicht dat hij lange jaren over Europa uitgeoefend had, bedreigd en toen de verkiezing van zijn gunsteling Egon van Fürstenberg als keurvorst van Keulen van Beierse zijde betwist werd (Juli 1688), liet hij drie van zijn legers Duitsland binnenrukken. Daardoor kreeg stadhouder Willem III echter tevens gelegenheid voor zijn reeds lang beraamde expeditie naar Engeland (Nov. 1688), waardoor Frankrijk geheel geïsoleerd raakte. Lodewijk ondersteunde een onderneming van de verdreven Engelse koning Jacobus II_ in Ierland, waarop de nieuwe Engelse regering hem de oorlog verklaarde. In Sept. 1689 sloten alle genoemde mogendheden zich aaneen tot het Groot Verbond van Wenen, dat ten doel had Frankrijk terug te brengen tot zijn grenzen van 1678 of zelfs van 1659. Ook de hertog van Savoye sloot zich daarbij aan.Het verloop van de oorlog was zo, dat de Fransen over het algemeen overwinningen behaalden, maar de Europese coalitie bleek toch zo sterk, dat er een soort van evenwicht bereikt werd. De Fransen begonnen de Palts te verwoesten ten einde een inval in N.O.-Frankrijk onmogelijk te maken en vielen toen in de Zuidelijke Nederlanden. In 1690 behaalde Willem III wel is waar een overwinning op zijn schoonvader aan de Boyne in Ierland, maar Luxembourg zegepraalde bij Fleurus en Catinat bij StafFarda. Het ergste was, dat Tourville de Engels-Nederlandse vloot versloeg bij Beachy-Head. Frankrijk was echter financieel te uitgeput om veel voordeel te kunnen hebben van deze successen. In 1692 veroverden zijn legers wel is waar Namen en overwonnen deze bij Steenkerke, maar de Franse vloot werd vernield in de baai La Hogue, waardoor de Engelsen voortaan baas waren ter zee.
Nog eenmaal versloeg Luxembourg Willem III bij Neerwinden (1693) en drongen Franse troepen in Zuid-Duitsland en Noord-Italië door, maar sedert 1694 ging het slecht voor de ,,Zonnekoning’. Zijn geluk was, dat de bondgenoten onenig waren, zodat hij kon trachten afzonderlijke vredes tot stand te brengen. In 1695 heroverde Coehoorn Namen, in 1696 hield de hertog van Savoye op tegen afstand van de Alpenvestingen Gasale en Pinerolo. Nu kon Vendôme een inval in Catalonië wagen: hij veroverde Barcelona (Aug. 1697). Toen daardoor èn door de ziekte van Karel II van Spanje de Spaanse Successiekwestie aan de orde kwam, wist de Franse diplomatie (Zweden bemiddelde) eerst de Zeemogendheden en daardoor ook de andere bondgenoten tot vrede te krijgen ( Vrede van Rijswijk, Sept. - Oct. 1697). Willem III werd als koning van Engeland erkend.
Hij kreeg zijn vorstendom Oranje terug. De Hollanders kregen verlaging van enige Franse invoerrechten, benevens het recht in een zestal Zuidnederlandse steden bezetting te leggen. Spanje kreeg niet alleen Barcelona terug, maar ook Luxemburg. Frankrijk behield Straatsburg, maar restitueerde Lotharingen aan de in 1670 verjaagde hertog. De vrede was niet meer dan een wapenstilstand.