een Joods cultuurpionier (18641937), naar eigen karakteristiek: een in Wenen geboren en opgevoede afstammeling van OostJoden, promoveerde in 1887 aan de Weense Universiteit tot doctor in de rechtswetenschap. In eigen tijdschriften en in brochures propageerde hij — veelal onder het pseudoniem Matthias Ac her — nog vóór Theodor Herzl* in opmerkelijke formuleringen, de idee van: Die nationale Wiedergeburt des jüdischen Volkes in seinem Lande (Wien 1893).
Maar spoedig verwerpt hij de diplomatieke methoden van Herzl; hij poogt ook voor de Joodse regeneratie een bredere basis te vinden dan het territoriaal-nationale principe alleen. Hij wendt zich af van de West-Joden en hun idealen; zijn volle liefde geldt het Oost-Jodendom. Hij bepleit een Joodse cultuur ook buiten Palestina, gevoed door een eigen volkstaal; in 1908 roept hij inCzernowitz de taalconferentie voor het Jiddisch bijeen; politiek verlangt hij — in een brochure, waarin een merkwaardig stuk Duitse en Oostenrijkse oorlogspropaganda steekt — Den Ostjuden ihr Recht (Wien 1915).Zijn rusteloos streven naar een alomvattend Jodendom maakt hem:
Vom Freigeist zum Gläubigen (Zürich 1919). Ook in deze faze — hij is lang secretaris van de orthodox-Joodse wereldorganisatie Agoedas Jisroël* — geeft hij zijn aanspraken op leiderschap niet prijs. In zijn: lm Dienste der Verheissmg (Frankfurt a. M. 1927) en latere publicaties propageert hij herstel van het Godnabije, agrarische karakter van het Joodse volk — ten koste van het geürbaniseerde en commerciële — ook in de Diaspora; een centrale gezaghebbende religieuze leiding van het uiterlijk verstrooide en innerlijk versnipperde volk en vorming van een kleine groep voortrekkers van de zelfheiliging, die uiteindelijk Israël als geheel onder de volkeren heeft te volbrengen. De functie dezer ‘Ouliem is een Ghaloetioeth* op religieusgeestelijk gebied; in het program voor hun levenshouding vallen anti-materialistische en aesthetische trekken op.
DR I. L. SEELIGMANN
Bibl.: tot 1925 in Vom Sinn des Judentums, Sammelbuch zu Ehren N. B.*s (Frankfurt a.M. 1925), vgl. nog: Rufe (Antwerpen «936).