Westduitse stad in Beieren en voormalige vrije rijksstad met (1951) 20300 inw., (1939: 15 77o; 1946: 17920). 58 pct R.K., 40 pct Evang. en 2 pct andersdenkenden, ligt aan het Z.O. uiteinde van het Bodenmeer (met scheepvaartverbindingen naar Duitse, Oostenrijkse en Zwitserse steden aan het meer) en aan de spoorlijnen naar Friedrichshafen, Kempten en Bregenz. De Altstadt ligt op een eiland dat door een 164 m lange brug met de nieuwere stadsdelen op de vaste oever is verbonden en draagt een zeer oud aspect; het heeft een oud stadhuis (1578, met een museum voor oudheden, de stadsbibliotheek, stedelijk archief), een oude Romeinse toren en een haven.
Lindau was tot aan het einde der Middeleeuwen een belangrijke handelsstad. Tegenwoordig is vnl. het vreemdelingenverkeer van veel betekenis. In de nabijheid ligt Bad Schachen (met zwavelbron). In Wereldoorlog II bleef Lindau gespaard. Het aantal woningen (1939= 100 pct) bedroeg in 1945 100 pct, in 1950 108 pct.Lit.: E. v. Cranach-Sichart, L. (1929, Deutsche Kunstbücher, no 44).