de hoofdplaats van het Oostenrijkse Bondsland Vorarlberg en van het district Bregenz (dat een oppervlakte van 2602 km2 en 158 300 inw. heeft), is gelegen aan de Bregenzer Ach en het Bodenmeer, op een hoogte van 395 m boven de zeespiegel, aan de voet van de Pfänder (1056 m) en van de Gebhard berg (593 m), waarop de ruïnes van het kasteel Montfort, met een druk bezochte bedevaartskerk en uitzicht over het Bodenmeer. De stad heeft spoorwegverbinding met Innsbruck (Arlberg-spoorweg), St Margarethen, Lindau en Bezau en bootverbindingen met alle havens aan het Bodenmeer.
Zij bestaat uit de oude of bovenstad, op een hoogte gelegen, het Oudromeinse Castrum, en de nieuwe stad, die de oude aan drie kanten omgeeft en telt 18 332 inw. De plaats heeft een fraai Gothische Protestantse kerk (bij welker bouw Romeinse bouwwerken, vaatwerk en munten werden gevonden), R.K. kerken en kloosters. Door de aanleg van de Arlbergspoorweg is Bregenz sterk vooruitgegaan en sinds de bouw van een stoombootflottille op het Bodenmeer een belangrijke handelsplaats geworden. De industrie houdt er zich bezig met katoenspinnerij, -weverij en -blekerij, het fabriceren van zijden foulards, gouden zilverwerken, schoenen, uurwerken en ijzerwaren.
In de nabijheid liggen een bruinkolenmijn en de Bregenzer Klause, vroeger een door sterke vestingwerken verdedigde bergpas, waardoor tot 1831 de weg voerde van Zwaben naar Tirol. Sinds die tijd is de weg verlegd langs de oever van het meer. Veel vreemdelingen bezoeken Bregenz.Bregenz werd door de Kelten gesticht en vervolgens door de Romeinen veroverd. Onder de namen Brigantium of Bregantia castrum was het een uitgangspunt van de heirwegen naar Arbor felix (Arbon), Campodunum (Kempten) en Clunia. In de middeleeuwen was Bregenz de zetel der graven van Bregenz en na hun uitsterven van die van Pfullendorf en Montfort. In 1451 en 1523 werden de Habsburgers door aankoop eigenaars van de stad en het graafschap Bregenz.
Gedurende de Dertigjarige Oorlog werden de stad en de bergpas in 1646 door de Zweden veroverd en de vestingwerken gesloopt. Van 1805-1814 behoorde zij met Vorarlberg tot Beieren.
H. A. BOMER
Lit.: A. Helbok, Gesch. Vorarlbergs (1925).