Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KEMPTEN

betekenis & definitie

Westduitse stad in het Beierse district Zwaben, op 695 m hoogte, gelegen aan de Iller en kruispunt van spoorwegen, telt (1951) 40 375 inw. (1939: 28 120; 1945: 36 740), van wie 25 pct Evang., 70 pct R.K. en 5 pct andersdenkenden. Kempten behoort tot de oudste steden van Duitsland, vandaar nog de vele Middeleeuwse huizen en straten.

Het bestond vroeger uit de stiftsstad (Neustadt) op de berg bij het in 773 gestichte Benedictijner klooster en de voormalige rijksstad (Altstadt) in het dal. In de bovenstad liggen het in barokstijl gebouwde paleis der vorst-abten (16511674), thans gerechtshof en de St Lorenzkirche (met koepel, 1651-1666), waarvan de bouw der torens in 1900 werd voltooid. Verder zijn van betekenis de St Mang-Kirche (1426), het Raadhuis (1474) en het in barokstijl gebouwde Kornhaus (18de eeuw). Behalve industrie (chemische producten, papier, wol), heeft Kempten een beurs voor zuivelproducten, belangrijke veemarkten en een Kamer van Koophandel.GESCHIEDENIS

De stad is ontstaan op de plaats van een Romeinse nederzetting (Cambodunum) en werd middelpunt van het graafschap Kempten. De abdij met de stiftsstad was sedert 1360 aan het Rijk gekomen. De stad zelf kwam onder Rudolf van Habsburg aan het Rijk, werd in 1527 Luthers, sloot zich in 1535 aan bij het Schmalkaldisch verbond en had in de Dertigjarige oorlog veel te lijden. In 1803 kwam de stad zowel als de Rijksabdij aan Beieren en werden zij verenigd tot één gemeente. In Wereldoorlog II leed Kempten weinig schade.

< >