Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

FRIEDRICHSHAFEN

betekenis & definitie

stad in Württemberg, aan het Bodenmeer, aan de spoorlijnen Bretten-Friedrichshafen en Fischbach-Lindau, telt (1939) 25041 inw. (voor l/4 Evangelisch). Zij bestaat uit twee delen: de oude, voormalige rijksstad Buchhorn en het klooster en dorp Hofen.

Het mooiste gebouw is het kasteel (vroeger proosdij) (met fraaie in 1700 voltooide slotkerk), de zomerresidentie der Württembergse koninklijke familie. Friedrichshafen was voor Wereldoorlog II vooral bekend als vestigingsplaats van de luchtschepenindustrie (Zeppelin), van de watervliegtuigenindustrie (Dornier) en de Maybach motorenfabriek; voorts bezat het parketvloer-, conserven- en lederfabrieken en is het een drukbezochte badplaats.Buchhorn komt reeds als Buachihorn of Puchihorn in oorkonden van 837 voor en was eens de zetel van eigen graven. Daarna kwam het (1089) aan de Welfen, later (1191) aan de Hohenstaufen. In 1802 werd het bij Beieren ingedeeld, in 1810 bij Württemberg, dat het met Hofen verenigde en Friedrichshafen noemde. Het klooster Hofen, in 1050 gesticht, werd in 1420 een proosdij.

Na de brand van 1634 werd het in 1695 door de abt van Weingarten opnieuw opgebouwd. In 1802 kwam het aan de vorsten van Oranje-Nassau, die het klooster ophieven, in 1804 aan Oostenrijk en in 1805 aan Württemberg.

< >