is in het Romeinse recht allereerst een door het Romeinse volk op voorstel van een magistraat aangenomen wet; en wel, ter onderscheiding van plebiscitum, is lex een in de Comitia aangenomen besluit. Sinds echter de Lex Hortensia (286 v.
Chr.) aan de plebiscita eveneens algemeen verbindend kracht verleend had, worden ook deze leges genoemd en heet lex dus ieder volksbesluit, te onderscheiden van Senaatsbesluiten (senatus consultd) en keizerlijke constituties. De voornaamste Romeinse wet was zonder twijfel de wet van de XII Tafelen (zie Twaalf Tafelen wetgeving) die uitgangspunt en grondslag is geweest voor de ganse rechtsontwikkeling, maar ook andere wetten hebben meermalen in het Romeinse recht ingegrepen. Zo behelsde de Lex Aebutia (2de eeuw v. Chr., ca 135 (?)) bepalingen ir verband met de vervanging van de oude procesvorm per legis actiones door het formula-proces, de Lex Aquilia (een plebiscitum van ca 285 v. Chr.) bepalingen over zaakbeschadiging, de Lex Canuleia (445 v. Chr.) hief het huwelijksverbod tussen patriciërs en plebejers op; de Lex Cincia (204 v. Chr.) beperkte de schenkingen, de Lex Falcidia (40 v. Chr.) beschermde de testamentaire erfgenaam tegen overbelasting met legaten: een vierde van de erfenis moest er voor hem overblijven; de zgn. huwelijkswetten van Augustus (Leges Juliae de Maritandis Ordinibus, 18 v. Chr.; Lex Papia Poppaea, g n. Chr.) beoogden het aantal huwelijken en bijgevolg het aantal kinderen te doen toenemen (z caduca), de Lex Voconia (2de eeuw v. Chr.) beperkte het recht van vrouwen om te erven. Uit het Rhodische zeerecht namen de Romeinen de Lex Rhodia de jactu over (z averij). Het is er echter verre van dat de wet in de Romeinse rechtsvorming de betekenis heeft gehad die zij in de moderne tijd heeft. „Das Volk des Rechts ist nicht das Volk des Gesetzes” (Fr. Schulz). Indien de wet iets verbiedt en de verboden handeling nietig verklaart, spreekt men van een lex perfecta, indien de verboden handeling niet nietig is, maar de sanctie in boete (straf) bestaat, van een lex minus quam perfecta, als de wet slechts verbiedt zonder met nietigheid of straf te dreigen, van een lex imperfecta (bijv. de Lex Cincia).PROF. MR H. R. HOETINK
Lit.: B. H. D. Hermesdorf, Schets d. uitwend. Gesch. v. h. Rom. recht (3de dr., 1946), blz. 127-135 ;Fritz Schulz, Prinzipien des röm. Rechts (1934), S. 4-13, Gesetz und Recht; V. Arangio Ruiz, La régie de droit et la loi dans l’antiquité classique in: Rariora (1946), blz. 241-271; Giov. Rotondi, Leges Publicae populi romani. Elenco cronologico (Milano 1912);