Russisch dichter (Iwanowo-Woznesjenskja 15 Juli 1867 - Parijs 1943), een der eerste Russische dichters die de kunst om de kunst beoefenden, werd om politieke redenen van de middelbare school gestuurd; een zelfde lot viel hem ten deel toen hij aan de universiteit van Moskou studeerde. Toch promoveerde hij in de rechten aan de universiteit te Jaroslaw.
Niemand schreef gemakkelijker verzen dan hij, assonanties, allitteraties, rijke rijmen, binnenrijmen vloeiden hem uit de pen. Zijn gedichten zijn een en al muziek, geïnspireerd als hij is door Poe en door den Shelley van „The Cloud”; men moet er echter geen diepe filosofische gedachten in zoeken. De schoonste bundels zijn wel: Onder den Noordelijken Hemel (1894),De Stilte (1898),Brandende Gebouwen (1900), Laat ons gijn gelijk de zon (1903). In zijn beschrijving van het leven en van de menselijke ziel vindt men geen ingewikkelde complicaties, het zijn louter onvermengde, enkelvoudige drijfveren en fenomenen: de zon, het vuur, de liefde, de vluchtige schoonheid van het ogenblik: kleurige vlinders en bloemen. Zijn sterk uitgesproken individualisme brengt hem er toe alle oudere Russische dichters slechts als zijn niet geheel en al volwaardige voorlopers te beschouwen. Zijn eerste bundels zijn het beste geslaagd, later (na 1905) treden de schaduwzijden van zijn talent al te sterk op de voorgrond: vaagheid van uitdrukking, breedsprakigheid en het herhalen van oude thema’s.
Balmont, die een uitgebreide talenkennis bezat, heeft veel gedichten in het Russisch weergegeven: o.a. Shelley, Goethe, Poe, Calderón, Zuidamerikaanse poëzie, fragmenten uitde Veda’s, de Edda, de Avesta, doch alleen de stof, die met zijn dichttrant overeenstemt, komt tot haar recht, feitelijk zijn het geen vertalingen meer, maar gedichten van Balmont over een buitenlands onderwerp. Het is te begrijpen, dat er een afstand moest ontstaan tussen Balmont en de geest van het Nieuwe Rusland. Balmont emigreerde dan ook naar Parijs.
Bibl.: Het meest waardevolle van Balmont5s poëzie vindt men in de eerste vier dln van zijn Sohranije Stichow, zijn verzamelde gedichten. Voorts: vertalingen in het Frans, Quelques Poèmes, A. de Holstein et René Ghil (Paris 1916)» Visions Solaires, L. Savitzky. In het Duits: Balmont und Briusow, Gedichte, Uebers. von W. E. Groeger (Berlin 1921).
Lit.: E. Anitchkow, Nowaja Roeskaja Poezija (1923).