of Karaeërs is de naam van een Joodse secte, die in de 8ste eeuw in Babylonië door Anan heet gesticht te zijn. Zij verwerpt de Rabbijnse overleveringen en houdt zich aan de letter der Gewijde Schrift, maar handhaaft tevens enige Oudsadducese leerstellingen.
Deze secte verspreidde zich in Palestina, Syrië, Egypte, Afrika, Constantinopel, de Krim en enige gewesten van Polen. Tegenwoordig treft men haar nog slechts verspreid in de Krim, in Zuid-Rusland, in het O., in Noord-Afrika en in Egypte aan. In Rusland bedraagt haar aantal ca 10 000. Gedurende een reeks van jaren was Caïro de zetel van haar opperhoofd, die gezegd werd een afstammeling te zijn van David. De letterkunde van deze secte is vrij groot, doch merendeels van uitlegkundige en polemische inhoud; haar voornaamste geschriften zijn te Koslow (Eupatoria) in het licht verschenen. Men heeft bij deze secte zeer oude handschriften van de Bijbel aangetroffen.Lit.: J. Fürst, Geschichte des Karaerthums (3 dln, Leipzig I862-’69; onbetrouwbaar en verouderd); Documents on Jewish Sectaries, II (Gambridge 1910); J. Mann, The Jews in Egypt and in Palestine under the Fatimid Caliphs (2 dln, Oxford i920-22); L. Ginzberg, Genizah Studies in Memory of Dr. S. Schlechter.
II. Geonic and Early Karaitic Halakah (New York 1929); L. Nemay, Al-Qirqisani’s Account of the Jewish Sects and Christianity (Cincinnati 1930, Hebrew Union College Annual, VII); J. Mann, Texts and Studies in Jewish History and Literature. II. Garaitica (Philadelphia 1935); R Mahler, Karaites.
A Medieval Jewish Movement for Deliverance (New York 1947, Jiddish, geeft de sociale achtergrond v. h. ontstaan der K.); L. Nemoy, Social and Economie Factors in Early Karaitism (New York 1949, Jivo Bleter XXXVIII, in het Jiddish).