Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Johann REUCHLIN

betekenis & definitie

(in het Grieks Kapnion), Duits humanist (Pforzheim 22 Febr. 1455 - Liebenzell, bij Hirschau, 30 Juni 1522), studeerde in Freiburg, Parijs en Bazel, daarna te Orléans en Poitiers. Van 1502-1513 was hij voorzitter van het Bondsgerecht in Zwaben.

Zijn tegenkanting tegen het door de keizer bevolen verbranden (1509) van alle Joodse geschriften, met uitzondering van de Bijbel, wikkelde hem in een heftige strijd met de Dominicanen te Keulen en vooral met de gedoopte Jood Pfefferkorn; in Keulen stond toen de scholastiek nog in volle bloei en zo werd de strijd er een tussen het humanisme en de scholastiek. Naar aanleiding daarvan werd de vinnige satire Epistolae* obscurorum virorum aan hem opgedragen. Hij vertrok in 1519 naar Ingolstadt, waar hij een hoogleraarsambt in het Hebreeuws en Grieks aanvaardde. De veelzijdigheid en de nieuwe geest van zijn kennis en van zijn kunst, zijn hoge positie en zijn edel karakter maakten hem tot een der baanbrekers van het Duitse humanisme. De humanisten hadden de dramatici van de klassieke literatuur weer ontdekt, speciaal Terentius. Onder diens invloed schrijft Reuchlin in het Latijn zijn beroemd geworden blijspel Henno, de geschiedenis van de dom-slimme schaapherder, die de onbetrouwbare advocaat te slim af is.Bibl., behalve talr. vertalingen, uitg. : Xenophontis Apologia, Agesilaus, Hiero (1520), Aeschinis et Demosthenis orationes adversariae (1522). Verder: Vocabularius breviloquus synopsis Grammaticae Graecae (25ste dr., 1504); De rudimentis linguae Hebraicae (1506); De arte cabbalistica (1517). Blijspelen: Scenica progymnasmata (of Henno) (1497); Sergius (of Capitis caput) (1507).

Lit.: L. Geiger, R. (1871); Pforzheimer Säkularschrift (1922); K. Christ, Die Bibliothek R.s (1924); J. Haller, Die Anfänge der Universität Tübingen, 2 dln (1927-29).

< >