Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Johann Rudolph GLAUBER

betekenis & definitie

Duits-Nederlands scheikundige en alchimist (Karlstadt 1603 Amsterdam begr. 10 Mrt 1670), zoon van een barbier, woonde in 1625 als spiegelmaker te Wenen, in 1635 als apotheker te Giessen, trok in 1640 naar Amsterdam, verbleef 1646-1651 wederom in Duitsland en vestigde zich in 1651 voorgoed te Amsterdam, waar hij medische en chemische arcana bereidde en tegen hoge prijs verhandelde. Hij ontdekte o.a. de laxerende werking van het natriumsulfaat (Sal mirabile Glauberi of glauberzout) en verkreeg het eerst colloïdale oplossingen van goud in water als roodgekleurde vloeistoffen.

Hoewel hij geen wetenschappelijke opleiding had genoten en daarom veelal als een charlatan is beschouwd, was hij in zijn denkbeelden op chemisch gebied zijn tijd ver vooruit; hij bevorderde de experimentele methode, die sindsdien de leidster der chemie werd. Vooral in zijn latere werken komt zijn geloof in de transmutatie der metalen naar voren.Bibl.: Furai novi philosophi (5 dln, Amsterdam 1648; Duitse vert. 1700, Fr. vert. 1659); Miraculum mundi (Amsterdam 1653); Pharmacopoea spagyrica (7 dln en 3 app., Amsterdam 16541668); Consolatio navigantium (Amstelodami 1657; Ned. vert.: Der zee-luyden gesontheydts-welvaren 1659; Duitse vert. 1657; Fr. vert. 1659); Teutschlandts Wohlfahrt (7 dln, Amsterdam 16561661; Lat. ui tg.: Prosperitas Germaniae, 6 dln, 1656-1661); Opera omnia (4 dln, Amsterdam 1651-1656, 7 dln 1661, Eng. vert. 1689).

Lit.: J. C. Adelung, Geschichte der menschl. Narrheit IV (Leipzig 1787, met bibliografie); W.

Brieger, Das Lab. glauberianum, in: Mediz. Klinik XIV (1914); W. P. Jorissen, Iets over G.’s Amst. tijd, in: Chemisch weekblad XV (1918), 268; W.

Brieger, Verdere bijdr. tot de levensgesch. v. G., ald. blz. 984; A. Clément u. J.

W. S.Johnsson, Briefwechsel zwischen G. u. O Sperling, in: Janus XXIX (1925); L. Darmstädter, G., in: Chemiker Zeitung L (1926), LI (1927); D.

A. Wittop Koning, G. en zijn Pharmacopoea spagyrica, in: Pharmaceutisch weekblad LXXXV (1950).

< >