Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZWABEN

betekenis & definitie

(1), Oudduits stamhertogdom, waarvan de naam ontleend is aan de Sueven, en dat de Elzas, Zuid-Baden, Württemberg, Beieren-linksvan-de-Lech en Zwitserland-rechts-van-de-Reuss omvatte. In de vervaltijd van het Karolingische rijk streefden inlandse groten naar de hertogelijke waardigheid.

Van 926-950 regeerden Frankenlandse Konradingers over Zwaben, daarna kwam het aan Ludolf, een zoon van Otto de Grote van Saksen. Sindsdien bleef het zo, dat de Duitse keizers familieleden met de hertogelijke waardigheid van Zwaben beleenden. De Hohenstaufen regeerden van 1079 (toen keizer Hendrik IV Zwaben aan zijn schoonzoon Frederik van Hohenstaufen in leen gaf) tot 1268. Daarna viel het hertogdom uiteen.De achterleenmannen maakten zich onafhankelijk en verrijkten zich met de rechten er van: vooral de graven van Württemberg. Sindsdien is ,.Zwaben” nog slechts een gewestelijk en historisch begrip, waartoe sedert het onafhankelijkheidsstreven der Zwitsers in de 14de eeuw het land ten Z. van de Rijn niet meer gerekend kon worden. Van 1376-1389 bestond de Zwabische Stedenbond, waartoe ruim 30 steden en groten behoorden en die zich ook over Beieren, Rijnland en Frankenland uitbreidde, maar in 1388 door Eberhard II van Württemberg uiteengeslagen werd. Bij de verdeling van het Duitse Rijk in ,,Kreitsen” onder keizer Maximiliaan I (1500 en 1512, z Duitsland, geschiedenis) was ook een 6de of Zwabische kreits, maar de Beierse landen en die van het Huis Oostenrijk in het vroegere Zwaben waren daarvan uitgezonderd. Er bestond toen ook een Zwabüche Bond (sedert 1488, op instigatie van keizer Frederik III tot handhaving van de landsvrede opgericht te Eszlingen), waartoe behalve het Sint-George-genootschap der Zwabische rijksridders en graaf Eberhard V van Württemberg 22 rijkssteden behoorden en die vooral tegen de Beierse Wittelsbachers gericht was. Deze bond maakte met zijn staand leger van 1200 ruiters en 12 000 landsknechten bij gelegenheid nogal wat vertoon. Hij maakte bijv. een einde aan de geweldenarijen van Ulrich van Württemberg (1519), maar onder Karel V verloor hij zijn betekenis en in 1533 werd hij opgeheven.

Lit.: E. Bock, Der schwäbische Bund u. seine Verfassungen (1483-1534) (Breslau 1927); W. Schmitt, Landgraf Philipp und der schwäbische Bund 1509-1531 (Marburg 1915)

(2, vroeger Zwaben en Neuburg), district (Regierungsbezirk) in Beieren, werd in 1838 uit de voormalige Donaukreits en een gedeelte van de vroegere Rezatkreits gevormd. Het omvat het voormalig hoogstift Augsburg, de vorstelijke abdijen Kempten en Lindau, het vorstendom Neuburg, het markgraafschap Burgau, vele vrije rijkssteden, zoals Augsburg, Kempten, Lindau, Kaufbeuren en Donauwörth, benevens onderscheiden heerlijkheden. Het heeft een oppervlakte van 9889 km2, het aantal inw. bedraagt (1946) 1 193880. Het omvat de Stadtkreise Augsburg en Kempten en 19 Landkreise.

< >