Duits ontdekkingsreiziger (Dirschau 22 Oct. 1729 - Halle 9 Dec. 1798), werd aanvankelijk predikant te Nassenhuben, vestigde zich daarna in Engeland, waar hij zich vooral met de land- en volkenkunde bezighield. Hij nam, samen met zijn zoon Georg, deel aan de tweede expeditie van Cook, maar kon met deze slecht overweg.
Forster’s verdiensten liggen vnl. op het terrein der detailstudies; hij is echter een van de eersten, die het verband tussen de natuur en de mens in de aardrijkskunde tot uiting hebben gebracht. Na 1780 was hij professor te Halle.Bibl.: Flora Americae Septentrionalis (1771); Observations made during a voyage round the world (1778); Kleine Schriften (Berlin 1803).