Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Joannes ZWIJSEN

betekenis & definitie

Ned. bisschop (Kerkdriel 28 Aug. 1794 - Den Bosch 16 Oct. 1877), werkte jarenlang in de zielzorg en was o.a. tien jaar pastoor in ’t Heike te Tilburg. In 1842 werd hij benoemd tot coadjutor van de apostolische vicaris van Den Bosch, mgr Den Dubbelden.

Sindsdien steeg zijn invloed geregeld, waartoe zijn vriendschap met koning Willem II, die reeds dateerde van 1832, veel bijdroeg. Hij nam bij de dood van mgr Den Dubbelden op 13 Oct. 1851 diens functie van apostolisch vicaris van Den Bosch over. Twee jaar later, bij het herstel der hiërarchie, was mgr Zwijsen de aangewezen man voor de aartsbisschoppelijke zetel van Utrecht. Hij bleef echter in Den Bosch wonen en bestuurde van daaruit het aartsbisdom. Hij was dus aartsbisschop-bisschop. Aan deze ongewenste toestand kwam een einde, toen mgr Andreas Schaepman, sinds 1860 optredend als Zwijsen’s coadjutor, hem op zijn eigen verzoek in 1868 als aartsbisschop van U trecht opvolgde. Van dat ogenblik af bestuurde hij alleen het bisdom Den Bosch.Zwijsen is de oprichter van twee religieuze congregaties, een vrouwelijke: de Congregatie van O.L.V. Moeder van Barmhartigheid, meer bekend als Zusters van Liefde te Tilburg, en een mannelijke: de Congregatie van O.L.V. Moeder van Barmhartigheid of Fraters van Tilburg. Zijn vriendschap met Willem II heeft veel bijgedragen tot de gunstige gezindheid en de welwillende beschikkingen van deze vorst ten bate der Katholieken.

Lit.: J. H. Witlox, Mgr. J. Z. (Den Haag 81941); L. J. Rogier- N. de Rooy, In Vrijheid Herboren, passim, vooral blz. 219-223 (Den Haag 1953).

< >