Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Joannes Vincentius de GROOT

betekenis & definitie

R.K. godgeleerde en wijsgeer (Schiedam 4 Juli 1848 - Amsterdam 26 Febr. 1922), trad in 1866 in de orde van de H. Dominicus.

In 1894 werd hij geroepen tot vervulling van de door het Episcopaat van Nederland opgerichte leerstoel voor de wijsbegeerte van de Heilige Thomas van Aquino aan de Gern. Universiteit van Amsterdam, het eerste professoraat van die aard in Nederland. Hij gaf aan de Thomistische wijsbegeerte een plaats in het wetenschappelijk leven in Nederland.Bibl.: Summa apologetica de ecclesia Catholica, ad mentem sancti Thomae Aquinatis (1892; 3de dr., 1906); De Pausen en de Christelijke beschaving (21891); De H. Thomas als wijsgeer (1894); Levenswijding (1900); Wedergeboorte (1906); Denkers van onzen tijd (21918); Denkers over ziel en leven (1917) en andere werken over wijsbegeerte en sociale vraagstukken.

Lit.: B. Molkenboer O.P.,-A. van Rooy, Pater de Groot, Herdenking en hulde ('s-Hertogenbosch 1923).

< >