Nederlands rechtsgeleerde (Zuid-Scharwoude 23 Febr. 1756 Amsterdam 1 Aug. 1835), advocaat te Amsterdam, was secretaris van de Wetgevingscommissie van 1798 en vervaardigde in die kwaliteit een voor-ontwerp van een burgerlijk wetboek, waarvan gebruik gemaakt is bij de samenstelling van het Wetboek Napoleon voor het Koninkrijk Holland van 1809. Met A. van Gennep en M.
S. Asser maakte hij deel uit van de op 29 Oct. 1808 door koning Lodewijk ingestelde Commissie die het Ontwerp voor een Wetboek v. Koophandel 1809 (uitgeg. door T. M. C. Asser, 1866) tot stand bracht. Hij was de eerste die in Nederland het handelsrecht op zichzelf, los van het burgerlijk recht, behandelde.Bibl.: Korte Schets der forme van procederen voor de Hoven van Justitie in Holland (1781); Verhandeling over de Judicieële Practycq of Form van Procedeeren voor de Hoven van Justitie in Holland gebruikelijk (1794); Register op de algem. manier van procederen in civ. en crim. zaken (1800); Regtsgeleerd, practicaal en koopmanshandboek (1806); Verhandeling over het ambt van Notarissen (1809); Over het Notarisambt in Frankrijk (1810); Manier van procederen in civ. zaken in Frankrijk (1812).
Lit.: M. G. v. Hall, J. v. d. L. en J. D. Meyer (1853); N. de Beneditty, in: Rechts. Mag. XLIII (1924).