naam van verschillende keurvorsten van Brandenburg.
Joachim I Nestor
(1499-1535) (21 Febr. 1484-Stendal ii Juli 1535), was de zoon van Johan Cicero, versterkte het keurvorstelijk gezag door de oprichting van een hof van appèl, het Kamergericht, en door de regeling van het erfrecht (Constitutio Joachimica, 1527). Hij stichtte de universiteit te Frankfort a.d. Oder en bleef een tegenstander van het Lutheranisme. Zijn gemalin Elizabeth van Brandenburg, die niettemin Luthers geworden was, vluchtte in 1528 naar keurvorst Johan van Saksen en keerde eerst na de dood van Joachim terug.
Joachim II Hector
(1535-1571) (13 Jan. 1505 - Köpenick 3 Jan. 1571), zoon van de voorgaande, ging i Nov. 1539 te Spandau tot de Lutherse leer over en seculariseerde de meeste kerken kloostergoederen. In de Schmalkaldische oorlog echter koos hij de zijde van Karel V tegen de Protestanten. Door zijn verregaande verkwistingen moest hij de inning van de meeste belastingen aan de Landstenden overlaten, omdat die zijn schulden hadden overgenomen. In 1537 verkreeg hij erfrechten op een gedeelte van Silezië, in 1569 op Pruisen.
Joachim III Frederik
(1598-1608) (27 Jan. 1546 - 18 Juli 1608), zoon van Johan George, werd in 1566 administrator van het aartsbisdom Maagdenburg en stelde als keurvorst bij het „Gerase huisverdrag” de ondeelbaarheid van alle niet-Frankische gebieden van het Huis Hohenzollern vast.