Wat is de betekenis van Joachim?

(1970) (luchtv.) vliegtuig met Duitse vlieger. Naar een veel voorkomende Duitse voornaam. Syn.: Heinrich. • (De Vliegende Hollander, 25/05/1970)

Hebreeuws Jehojakim 'Jahweh richt op'. In het Oude Testament Jojakim, koning van Juda (2 Koningen 23, 34 v.) In het apocriefe (proto-)evangelie van Jacobus komt Joachim voor als de naam van de vader van Maria. Hij werd vooral in de Griekse kerk vereerd, kerkelijke feestdag: 16 augustus. In de 15e en 16e eeuw is het de naam van keurvorsten van Brand...

Joachim - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

m Hebr. Jehojakim ‘Jahweh richt op'. In het O.T. Jojakim, koning van Juda (2 Kon. 23, 34v.) In het apocriefe (proto-)evangelie van Jacobus komt hij voor als de naam van de vader van Maria. Hij werd vooral in de Gri. kerk vereerd, kerk. feestdag: 16 aug. In de 15e en 16e eeuw is het de naam van keurvorsten van Brandenburg. Daardoor is hi...

Jochem.

Joachim, Jochem.

naam van verschillende keurvorsten van Brandenburg: I Nestor (1499-1535), geb. 1484; II Hector (1535-1571), geb. 1505, ging in 1539 tot het Lutheranisme over en seculariseerde de geestelijke goederen; III Frederik (1598-1608), geb. 1546.

naam van verschillende keurvorsten van Brandenburg. Joachim I Nestor (1499-1535) (21 Febr. 1484-Stendal ii Juli 1535), was de zoon van Johan Cicero, versterkte het keurvorstelijk gezag door de oprichting van een hof van appèl, het Kamergericht, en door de regeling van het erfrecht (Constitutio Joachimica, 1527). Hij stichtte d...

('jo:achim) (H.) echtgenoot van de H. Anna en vader van de H. Maagd Maria; feest: 16 aug. Als mansnaam ook : Jochem.