(of Zamoysky), (Lat.: Johannes Saruis Zamoscius), Pools staatsman en veldheer (Skokówka 19 Mrt 1542-Zamosc, Lublin, 3 Juni 1605), studeerde sinds 1557 te Parijs, Straatsburg en Padua, en keerde in 1565 naar zijn land terug waar hij de leider werd van de adel. Hij had grote invloed op de verkiezing van Hendrik van Valois tot koning van Polen (1573), alsmede later op die van Stephanus Bathory (1576), onder wie hij tot grootkanselier en in 1581 tot kroonveldheer (hetman) bevorderd werd en voorspoedig streed tegen de Russen.
Na de dood van Stephanus (1586) had hij zich gemakkelijk op de troon kunnen plaatsen bij de verkiezingen, maar hij liet de kroon over aan Sigismund III Wasa. Hij nam Maximiliaan van Oostenrijk, de mededinger van Sigismund, in 1588 bij Pitschen gevangen en streed daarna met goed gevolg tegen de Turken en Kozakken.Hij was een beschermer van kunsten en wetenschappen, schreef zelf onderscheiden Latijnse verhandelingen, o.a. De senatu romano (Venetiis 1563) en richtte in 1594 een academie op in de door hem gestichte stad Zamoéé. Zijn brieven werden van 1904-1913 uitgegeven in het Archivum Jana Zamojskiego (3 dln).
Lit.: R. Heidenstein, Vita Joannis Zamoyscii (Poznaó 1861): St. Lempicki, J. Z. (Kraków 1922); A. Tarnawski, Dzialalnoéd gospodarcza J. Zamojskiego (Lwów 1935).