Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Jan VOS

betekenis & definitie

Nederlands dichter (Amsterdam ca 1615-begr. 11 Juli 1667), was glazenmaker en tevens sinds 1655 wijnroeier te Amsterdam. Hij schreef op jeugdige leeftijd het treurspel Aran en Titus of wraak en weerwraak, dat in 1641 in de Amsterdamse schouwburg werd opgevoerd en grote opgang maakte.

Het is een gruwelstuk in Oudengelse trant, dat hetzelfde onderwerp behandelt als Titus Andronicus, van Shakespeare; het bleef te Amsterdam tot 1746 op het repertoire. In 1641 werd zijn platte Klucht van Oene opgevoerd, waarna Jan Zoet hem van plagiaat beschuldigde. Hij werd daarna in 1647 regent van de Schouwburg. In 1665 voltooide hij zijn Medea, die na de verbouwing van de Amsterdamse schouwburg aldaar werd opgevoerd (1667). Dit stuk, iets minder bloederig dan zijn eersteling, is waarschijnlijk oorspronkelijk. Verder heeft hij een groot aantal gelegenheidsgedichten geschreven, o.a. voor Amsterdamse patriciërs, hoewel hij Katholiek was.Bibl.: Dichtkunst, verz. en uitg. d. J. v. Duisburg (Amsterdam 1658); Alle gedichten verz. d. J. Lescaille, 2 dln (Amsterdam 1662).

Lit.: J. A. Worp, Jan Vos (Groningen 1879); Idem, Gesch. v. d. Amst. schouwburg (Amsterdam 1920); J. Koopmans, Jan Vos en het Amsterdamse maecenaat, in: De Beweging (1915); Anton van Duinkerken, Jan Vos, in: Roeping, IX (1930/31).

< >