van Luxemburg, koning van BOHEMEN (10 Aug. 1296 - gesn. bij Crécy 26 Aug. 1346), was de zoon van Hendrik V van Luxemburg, die in 1308 als Hendrik VII Rooms-koning en in 1312 keizer werd. Zijn vader stond hem in 1309 het graafschap Luxemburg af en beleende hem in 1310 met Bohemen en Moravië, waar het huis der Premysliden in 1306 was uitgestorven.
Enkele weken later (1 Sept. 1310) huwde Jan met Elisabeth (gest. 1330), zuster van de laatste Tsjechische koning Vaclav III. Hij had al spoedig te kampen met oppositie der baronnen, aan wie hij ten slotte in 1318 het bewind over het koninkrijk moest overlaten, tot in 1333 zijn zoon Karel het regentschap in handen nam. Jan van Luxemburg, een onrustige geest, een dolende ridder, voortdurend aan het oorlogvoeren of tournooien, behield echter de leiding van de buitenlandse aangelegenheden. Hij heeft de macht van zijn huis en van de Boheemse kroon vergroot o.a. door de verwerving van Silezië (1327-1335). Minder duurzaam waren zijn aanwinsten in het Z., o.m. in Tirol en Lombardije, welke in 1341 resp. 1333 weer voor hem verloren gingen. In het O. in oorlog met de keizer en met Oostenrijk, was hij ook in de Nederlanden herhaaldelijk in strijd gewikkeld, vnl. met Jan III van Brabant.
Hij was sterk Frans georiënteerd en betoonde zich een trouw bondgenoot van koning Philips VI, aan wiens oudste zoon Jan hij in 1332 zijn dochter Bonne ten huwelijk gaf. Zelf sloot hij in 1334 een tweede huwelijk met Beatrix van Bourbon. Zijn blind worden in 1339 verminderde zijn woeligheid en krijgslust niet. Hij zette de strijd met Lodewijk van Beieren voort en slaagde er in zijn zoon Karel 11 Juli 1346 tot tegenkoning te laten kiezen: Karel IV. De dag daarop landde Edward III van Engeland in Normandië. Jans leger snelde Philips van Frankrijk te hulp en hij zelf vond in de slag bij Crécy de dood.Lit.: N. van Werveke, Itinéraire de Jean l’Aveugle, roi de Bohème et comte de Luxembourg (Public, section hist. de 1’Instit. grand-ducal de Luxemb. Lil, 1903); J. Schötter, Johann, Graf v. Luxemburg und König von Böhmen (2 dln, Luxemburg 1865); A. Lehleiter, Die Politik des Königs Joh. v. Böhmen, 1330-1334 (Bonn 1908); E.
Klages, Joh. v. Luxemb. und seine auf Böhmen gerichtete Heiratspolitik (Jena 1912).