Nederlands architect (Amsterdam 1885-Parijs 1940), had zijn opleiding aan de Technische Hogeschool te Delft, was van 1921-1931 voorzitter van de Tentoonstellingsraad en secr.-gen. van de Parijse tentoonstellingen in 1925 en 1937 en voorzitter en erelid van de Bond van Nederlandse architecten (B.N.A.). Zijn bekendste werk is het Jaarbeurscomplex te Utrecht (1921-1938).
Voorts het kantoorgebouw van de firma Braat te Delft, het pakhuis „de Zwijger” te Amsterdam en landhuizen te Hilversum en Zeist. Hij leidde de restauratie van het paleis op de Dam, en, samen met ir A. J. van der Steur, de verbouwing en inrichting van het paleis Soestdijk (1937).Lit.: Bouwk. Weekbl. 1941, no. 22 (blz. 173 v.v.); De Ingenieur 1940, A 297.