Frans schilder (Parijs 30 Apr. 1748 - Brussel 29 Dec. 1825), leerling van François Boucher en van J. M.
Vien, welke laatste hij volgde toen deze tot directeur van de Franse Academie te Rome werd benoemd. Tussen 1780 en 1790 hadden zijn schilderijen met heroïsch-antieke onderwerpen in de jaarlijkse Parijse salon enorm succes. Zij waren de eerste, waarin de vormgeving van het classicisme duidelijk tot uiting kwam. In 1792 werd hij uit waardering voor zijn Eed in de kaatsbaan tot lid van de Nationale Conventie benoemd in welke functie hij voor de dood van de koning heeft gestemd.
Hij werd later voorzitter van de Conventie en lid van het Comité van Nationale Veiligheid terwijl hij de republikeinse volksfeesten arrangeerde. Later behoorde hij tot de verheerIijkers van Napoleon en bij de restauratie van de Bourbons emigreerde hij naar Brussel waar hij ook is gestorven. Hij zag in zijn schilderijen de contemporaine geschiedenis als een reeks heroïsch-dramatische gebeurtenissen. Zijn picturale verteltrant en zijn plastisch-reële uitbeelding bezorgden hem een grote populariteit.Lit. F. Benoit, L’Art frang. sous la Révolution et l’Empire (1897); R. Cantinelli, D. (1930).