Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Isaac Abraham LEVY

betekenis & definitie

Nederlands rechtsgeleerde (Doetichem 17 Febr. 1836 - Amsterdam dam 17 Mrt 1920), was advocaat te Amsterdam en tevens een ijverig woordvoerder van de liberale partij. Doordat hij veel en met grote belezenheid over vele zaken sprak en schreef was hij destijds een zeer bekende figuur.

Hij was tot tweemaal toe korte tijd lid van de Tweede Kamer.Bibl.: De in de handel gebruikelijke beleenings-en prolongatie contracten, diss. Leiden (1860); Het Alg. Duitsche Handels-Wetb. vergeleken m. h. Ned. Wetb. v. Kooph. (1869); De jury (1871); Rechtspraak op het Wetb. v. Koophandel (1871, met 12 suppl. 1871-1903); Levensverzekering (1875); J. R. Thorbecke (1876); Het Engelsche katheder-socialisme (1879); Voortzetting van Opzoomer’s verklaring van het Burgerlijk Wetboek dl XII-XVI (1892-1911); Rechter en Wet (1898); Het indeterminisme (1901); Het doel, de eisch en grens der vakvereeniging (1903); Proceshervorming (1907); Het ongevraagd ontslag der gehuwde onderwijzeres (1908); Rechtspraak op de Faillissementswet (1908); Gemeente-autonomie (1909); Socialisme (1910).

Lit.: J. Domela Nieuwenhuis, Mr. I. A. L. (Mannen en vrouwen v. Beteekenis, N. R. I, 3, Baarn 1916); Zie ook: Weekbl. v. h. Recht n. 10534 (1920).

< >