Atheens veldheer, trad ca 393 v. Chr. tijdens de Korinthische oorlog op de voorgrond.
In 388 versloeg hij de Peloponnesiërs bij Abydos. Na de vrede van Antalcidas (386) trad hij in dienst van de Thracische koning Kotys, wiens dochter hij huwde. Van 374 tot 373 stond hij in dienst der Perzen, trok met Pharnabazos naar Egypte, kreeg echter onenigheid met hem en keerde naar Athene terug. Daarna was hij verscheiden malen Atheens strateeg. In 365 ging hij weer naar Thracië en vocht zelfs met Kotys tegen Athene, maar in 357 was hij weer Atheens aanvoerder in de Bondgenotenoorlog. Daar hij zijn medestrateeg Chares in de zeeslag bij Chios (356) niet te hulp zou zijn gekomen, werd hij in 354 aangeklaagd en ontkwam ternauwernood aan de doodstraf.
Niet lang hierna stierf hij (vóór 351). Hij reorganiseerde het Atheense leger door aan de peltasten een belangrijke plaats in te ruimen. Cornelius Nepos heeft zijn leven beschreven.Lit.: U. Kahrstedt, in: Pauly-Wissowa-Kroll, Reallex. IX (1916), s. v. Iphikrates; J. Kirchner, Prosopogr. Att. II (1903), no 7737.