Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Strateeg

betekenis & definitie

(Gr. : stratègos = veldheer), aanvoerder van een leger of afdeling. Te Athene bestond vanaf 500 v.

Chr. een jaarlijks gekozen college van 10 strategen, dat gezamenlijk het bevel voerde in de oorlog; later fungeerde één van hen als opperbevelhebber. Het college had het bevel over leger en vloot, deed voorstellen bij het volk, onderhandelde met buitenlandse gezanten, sloot wapenstilstanden en voorlopige verdragen, maakte een begroting op voor het krijgswezen en regelde de lichtingen. Daar de strateeg herkiesbaar was, werd zijn functie van grote betekenis; een volksleider als Perikles heeft als strateeg zijn grote, duurzame invloed kunnen uitoefenen. Ook de opperbevelhebbers van de latere koina (z koinon) heetten strategen. In Grieks-Romeins Egypte was de strateeg civiel bestuurder van een gouw (nomos), aan wie ook een deel der rechtspraak was toevertrouwd.