Grieks Ant(i)alkidas, Spartaan, ging, toen na de Peloponnesische oorlog Sparta in Azië en Griekenland met moeilijkheden te kampen had (z Agesilaos), naar den Perzischen satraap Tiribazos in Klein-Azië om onderhandelingen over een vrede aan te knopen. Deze mislukten eerst (302 v.
Chr.), maar na een zending bij den koning zelf gelukte het Antalcidas de Grieken tot vrede te brengen. Deze koningsvrede of vrede van Antalcidas (387), die voor lange tijd de toestand in Griekenland beheerste, bepaalde:1. de Griekse steden in Klein-Azië komen aan Perzië;
2. alle steden in Griekenland zullen vrij en autonoom zijn, d.w.z. alle overheersing van verbonden steden door een machtiger stad is verboden;
3. elk verzet tegen deze bepalingen zal zowel door Perzië als door de ondertekenaars worden gestraft.
Daar Sparta met strengheid voor de uitvoering der bepalingen zorgde, kwam het in conflict met Thebe, dat aan het hoofd van een Boeotische bond wilde staan. Na de slag bij Leuktra (371) ging de hegemonie van Sparta op Thebe over.
Lit.: F. Nolte, Die hist. polit. Voraussetzungen des Königsfriedens von 386 v. Chr. (Frankfurt a. M. 1923).