Amerikaans journalist (Yoakun, Texas, 31 Jan. 1898 bij Bombay 12 Juli 1949), was o.a. van 1928-1941 correspondent te Berlijn van de New York Evening Post en de Philadelphia Public Ledger. Hier geraakte hij verwikkeld in het proces van Orloff (1929-1930), die hem valse documenten in handen had gespeeld, waaruit moest blijken, dat de Amerikaanse senator Borah zich had laten omkopen, om zijn invloed aan te wenden voor de erkenning van de Sovjet-Unie door de V.S. Orloff werd in hoogste instantie veroordeeld.
Van 1928-1933 was hij tevens Berlijns correspondent van het Intern. News Service, voor welke instelling hij daarna reizend journalist in Europa werd. Herhaalde malen trad Knickerbocker op als oorlogsverslaggever, o.a. tijdens Wereldoorlog II. Hij schreef verscheidene boeken over Europese politieke problemen en verwierf in 1931 de Pullitzerprijs.Gedurende het Indonesische conflict van 19451949 was hij een der weinige Amerikanen, die het Nederlandse standpunt verdedigden. In de zomer van 1949 maakte hij, op uitnodiging der Nederlandse Regering, te zamen met dertien andere Amerikaanse journalisten, een reis door Indonesië, ten einde zich van de stand van zaken op de hoogte te stellen. De conclusies, waartoe hij en de meesten zijner collega’s kwamen, waren zeer gunstig voor Nederland en nadelig voor de Indonesische Republikeinen en voor de Commissie der Verenigde Naties. Twaalf van de journalisten, o.a. Knickerbocker, verongelukten toen hun vliegtuig, de „Franeker”, bij Bombay neerstortte.
Bibl.: The Soviet Union’s Five-Year Plan (1931); Soviet Trade and the World Depression (1931); The Red Trade Menace (1931, Ned. vert.: De rode handel dreigt, 1932); Fighting the Red Trade Menace (1931, Ned. vert.: De rode handel lokt, 1939); Germany, Fascist or Soviet? (1932); Can Europe recover? (1932) ; Will War come in Europe? (1933, Ned. vert. 1934); Red Economy and White Prosperity (1935); Siege of the Alcazar (1936); Is ToMorrow Hitler’s? (1941).
