Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HEIDELBERG

betekenis & definitie

(1) stad in het Westduitse Land Württemberg-Baden, met (1950) 119 501 inwoners, van wie 58 pct Evangelisch en 37 pct R.K., is gelegen op 110 m hoogte in het Neckardal, aan de voet van de Königstuhl (568 m). De stad ligt op een kruispunt van spoorwegen met rechtstreekse verbindingen naar Karlsruhe, Mannheim en Stuttgart.

Door de kanalisatie van de Neckar is Heidelberg voor schepen tot 1200 ton bereikbaar. De oude stad ligt aan de linkeroever van de Neckar. Neuenheim (1891), Handschuhsheim (1903) en Rohrbach (1927) zijn met Heidelberg verenigd. De stad bezit drie bruggen, waaronder de in 1788 gereedgekomen 210 m lange Karl Theodor- of Alte Brücke met brugpoort en torens. De omgeving van Heidelberg behoort tot de mooiste gedeelten van Duitsland. Mooie uitzichten geven de Molkenkur, waarop vroeger de burcht van Koenraad von Hohenstaufen stond, en nog hoger de Königstuhl, bereikbaar door een bergspoor. Op de rechter Neckaroever ligt de Heiligenberg (445 m).KUNST EN CULTUUR.

Heidelberg geniet vnl. bekendheid door het beroemde slot, een groot complex van gebouwen uit verschillende tijdperken (reeds in 1225 genoemd). De uit artistiek oogpunt voornaamste periode dateert tussen 1544 en 1632, waardoor het „Schloss” een yan de belangrijkste architectonische werken der Duitse Renaissance werd. In 1689 en 1693 werd het slot door de Fransen gedeeltelijk verwoest; begunstigd door de schilderachtige ligging en de kunstzinnige waarde werd het een van de vermaardste en mooiste ruïnes, die voor menige dichter steeds weer een bron van inspiratie was. Voor conservatie werd de „Friedrichsbau” van 1897-1900 door Karl Schäfer gerestaureerd, en de „Königssaal” in de „Frauenzimmerbau” in 1933-34 uitgebouwd; verder bleef de ruïne ongerept.

De bouwkundig belangrijkste gedeelten bevinden zich aan de N.O.-zijde:

1. de „Gläserne Saalbau” (van 1544 af) is gedeeltelijk in een overgangsstijl tussen Gothiek en Renaissance opgetrokken.
2. De „Ottheinrichsbau” (1556-59), waarvan slechts de façade en de ringmuren bewaard zijn gebleven, versmelt Italiaanse, Nederlandse en Duitse vormen tot een geheel, hetwelk dit bouwwerk tot een topprestatie der Duitse Renaissance maakt. De bouwmeester is niet bekend; een gedeelte van de rijke plastische versieringen is gemaakt door de Vlaming Alexander Colin uit Mechelen.
3. Aan de noordzijde was Johannes Schoch van 1601-07 de bouwmeester van de „Friedrichsbau”.
4. Van het nieuwste gedeelte, de „Englische Bau” (1612-19) is niet veel meer overgebleven. De fraaie tuinaanleg (na 1614) door Salomon de Caus was in Duitsland onovertroffen.

In de stad moet in de eerste plaats de Protestantse „Heiliggeistkirche” genoemd worden, een Laatgothische hallenkerk (in 1399 begonnen) met grafmonument van koning Ruprecht I (1410) en zijn vrouw Elisabeth von Hohenzollern. Franz Wilh. Rabaliatti voltooide de barokke, voormalige Jezuïetenkerk. Het „Haus zum Ritter” (1592) is een fraai voorbeeld van een burgerhuis der Duitse Renaissance. J. A.

Braunig was de ontwerper van de oude universiteit (van 1712 af), die in 1930/31 dank zij Amerikaanse schenkingen volgens de plannen van H. Gruber vergroot werd. De Ruperta-Carola universiteit telt (1950) 4300 studenten. Zij werd in 1386 als eerste Duitse universiteit gesticht, verviel in de 17de en 18de eeuw en werd in 1803 opnieuw opgericht. Bekend is ook het Haus zum Riesen.

De bibliotheek werd na het verlies der Bibliotheca palatina in 1703 door aankoop der Gräviusverzamelingen gesticht. Bekend zijn ook het Kurpfalzisches Museum en de v. Portheim-Stiftung für Wissenschaft und Kunst. Verder bezit Heidelberg onderscheiden andere onderwijs-inrichtingen, schouwburgen enz.

HANDEL EN INDUSTRIE.

Er is een belangrijke uitgeverij van boeken en tijdschriften. Van veel betekenis is de metaal-, machine-, vulpen- en electrotechnische industrie. Van verdere betekenis is de levensmiddelen- en genotmiddelenindustrie, o.m. tabak. Verder is er steen- en aardewerk-, chemische, hout-, textiel-, bekleding- en leerbewerking-industrie.

GESCHIEDENIS.

In 1196 wordt Heidelberg voor het eerst genoemd. Oorspronkelijk was het een leen van de bisschoppen van Worms. Van 1228-1720 was het residentie van de Paltsgraven aan de Rijn. In 1556 werd het Calvinisme er ingevoerd, ten gevolge waarvan de Universiteit van 1559-1619 middelpunt van gereformeerde geleerdheid werd. Ten gevolge van het partijkiezen van Frederik V in de Dertigjarige* Oorlog werd Heidelberg in 1622 door Tilly en in 1633 door de Zweden ingenomen. In 1689 en 1693 werd het door de Fransen onder Mélac verwoest.

In 1720 verplaatste keurvorst Karel Filips zijn residentie van Heidelberg naar Mannheim. In 1803 kwam de stad aan Baden. 5 Mrt 1848 had er de vergadering van Duitse patriotten plaats, die de aanleiding vormde tot het bijeenkomen van het Frankforter* Voorparlement.

In Wereldoorlog II is Heidelberg nagenoeg gespaard gebleven. Van de gebouwen werden 0,19 pct verwoest en 3,44 pct zwaar beschadigd. Deze schade is (1950) nagenoeg hersteld.

Lit.: W. Oneken, Stadt, Schloss und Hochschule H. Bilder aus H. Vergangenheit (3de dr., 1885); Heidelb. Professoren aus dem 19. Jahrh.

Festschrift der Univ. (Heidelb. 1903); W. Erman und E. Horn, Bibl. der deutschen Univ., 3 dln (1904); W. Waldschmidt, Alt-Heidelb. und sein Schloss, Kulturbilder (1909); Fr. Sauer, Das Heidelb. Schloss im Spiegel der Literatur (1910); Ph.

Witkop, H. und die deutsche Dichtung (1916, 2de dr., 1925); A. v. Oechelhäuser, Das Heidelb. Schloss (6de dr., 1923); R. Sillib en K. Lohmeyer, Heidelberg, Stätten der Kultur, dl 36 (1928); F. Schmieder, H., seine Natur und sein geschichtliches Leben (2de dr., 1931); L.

Schneider, Führer durch H. und seine Umgebung (4de dr., 1932); Koch und Seitz, Das Heidelb. Schlosz (2 dln, Darmstadt 1886-1891); A. Haupt, Zur Baugeschichte des Heidelb. Schlosses (Frankfurt a. M. 1902); Mitteil, z Gesch. d. H.

S., herausgeg. vom Heidelb. Schloss- und Altertumsver., 7 dln (1886-1936); H. Schrade, H. und das Neckartal (Berlin 1941); Dehio-Gall, Handb. d. dtschen Kunstdenkmäler, nwe bew., dl IV, blz. 364-378 (1943).

(2) een plaats in het Z. van de Kaapprovincie (Unie van Zuid-Afrika) ten O. van Stellendam aan de Duivenhoeksrivier, telt ruim 2800 inw., van wie bijna de helft blanken.

(3), district en plaats in het Z. van de Transvaalprovincie (Unie van Zuid-Afrika). Het district strekt zich zuidwaarts uit naar de Vaal en maakt deel uit van het grote maïsleverende gebied van Zuid-Afrika. De plaats ligt aan de Blesbok-Spruit op 1532 m boven zee aan de Z.O. rand van de Witwatersrandgoudvelden. Heidelberg, op 68 km ten Z.O. van Johannesburg aan de hoofdlijn Johannesburg - Durban, in een vruchtbare omgeving, telt (1946) 7115 inw., van wie 2603 blanken. De stad telt verscheidene onderwijsinstellingen en heeft lederwarenindustrie. De omgeving levert naast goud melk, boter, groenten en graan.

< >