Westduitse stad, en hoofdstad van het Land Baden-Württemberg met (1952) 530 000 inw. (1939: 458 430; 1945: 266 070), van wie 70 pet Prot., 24 pet R.K. en 6 pet andersdenkenden, ligt op 207-504 m hoogte in een komvormige verbreding van het Nesenbachdal aan een kruispunt van spoorwegen. Geleidelijk zijn sedert 1902 verschillende voorsteden en dorpen geannexeerd, waaronder Degerloch, Gablenberg, Ostheim, Berg, Gaisburg, Wangen, Untertürkheim, Kannstatt, Zuffenhausen, Rotenberg en Münster.
STADSBEELD
Sedert 1920 breidt de stad zich steeds meer uit over de hellingen van de omliggende heuvels. Zij wordt door de noom lange Königen de hierop volgende Mariastrasse in de bovenen benedenstad verdeeld, welke laatste de ovale Altstadt omvat.
Deze architectonisch belangrijke stad met haar vele ruime straten en pleinen (Königstrasse, Neue Schloszplatz) en uitgestrekte (slot-) parken, heeft in Wereldoorlog II zeer sterk geleden; bovendien waren twee voorname gebouwen der Duitse Renaissance reeds vroeg verloren gegaan: De „Neue Bau” (1599-1607 door H. Schickhardt) werd in 1782 gesloopt, terwijl van het in 1846 afgebroken „Lusthaus” (1587-’93 door George Beer) slechts enkele ruïnes overeind staan. Het „Alte Schloss” (i553~7o door Aberlin Tretsch), dat reeds in 1931 uitbrandde, werd in Wereldoorlog II zwaar beschadigd en herbergt thans het Württembergfische Landesmuseum. Ook het in 1744 door Leopold Retti (gest. 1751) ontworpen en door Pierre Louis Phillipe de la Guêpière op Franse manier voltooide „Neue Schloss” (door Friedrich von Thouret tussen 1805-07 gedeeltelijk veranderd) leed schade. Uit de 18de eeuw dateert nog de zgn. „Oude Academie” (1740 door J. Chr. D. v. Leger). De in 1605 naar de plannen van Heinr. Schickhardt begonnen „Prinzenbau” aan de Schillerplatz werd in 1663 voortgezet door Matth. Weiss, en door Joh. Fr. Nette tussen 1704-’ 11 voltooid. In de 19de eeuw ontstonden de „Villa Berg”, sedert 1924 stedelijke schilderijen verzameling, en de „Königsbau” aan de Schlossplatz, beide door Ghr. Fr. Leins. Ook in de 20ste eeuw werden grote, moderne gebouwen opgericht, als het monumentale station (i9ii-28) door Paul Bonatz (in Wereldoorlog II beschadigd), het „Haus des Deutschtums” (1924) door Paul Schmitthenner, het „Kunstgebäude” door Th. Fischer en het Staatstheater (1912) door H. Littmann. Met medewerking van vooraanstaande buitenlandse architecten (o.a. J. J. P. Oud, Le Corbusier) bouwde Mies v. d. Rohe in 1927 de „Weissenhof-Siedlung”. Van de vele kerken zijn drie Laatgothische hallenkerken kunsthistorisch van belang: de Stiftskirche z. H. Kreuz (1432-1522, met Vroeggothisch koor uit 1327-75), de S. Leonhardskirche (1470-’74) en de Hospitalkirche (1471-’93); Th. Fischer’s Erlöserkirche (1908-’10) leed eveneens schade in Wereldoorlog II.
Stuttgart bezit o.m. een technische hogeschool en een hogeschool voor muziek. De landsbibliotheek bezit 800 000 delen; verder bezit Stuttgart een schilderijenmuseum, een groot aantal particuliere schilderijenverzamelingen, een museum voor land- en volkkunde en een Württembergs landsmuseum. De industrie omvat vooral de fabricage van auto’s, electrotechnische artikelen, machinerieën, optische en precisie-instrumenten, textiel, voorts van chemische producten, meubelen, houtwaren en de bouw van piano’s, violen en orgels. Van grote betekenis is ook de wijnbouw en de productie van mineraalwater (22 millioen liter per dag). Door zijn mineraalwaterbronnen is sedert 1830 Stuttgart ook van betekenis als Kurort. Tevens vormt de stad een centrum van uitgeverijen en drukkerijen, en neemt met betrekking tot de boekhandel in West-Duitsland een voorname plaats in. Stuttgart is de zetel van de Baden-Württembergse regering, van een aantal rechtbanken en van enige kerkelijke colleges. In de omgeving van de stad bevinden zich de badplaats Berg, de voormalige koninklijke lustsloten Rosenstein, Wilhelma en Solitüde.
GESCHIEDENIS
Stuttgart, in 1229 voor het eerst als stad genoemd, kreeg in 1250 stadsrecht en was sedert het begin van de 14de eeuw de residentie der graven van Württemberg. Onder hertog Christoffel (1550-1568) werd de Reformatie er ingevoerd. Het leed zeer door de 30-jarige oorlog en door de verplaatsing van de residentie naar Ludwigsburg (1733-begin 19de eeuw). Van 1805-1918 was het de hoofdstad van het koninkrijk Württemberg, nadien van de vrijstaat Württemberg en sedert 1952 van het Land Baden-Württemberg. Stuttgart werd in Wereldoorlog II ten gevolge van 53 luchtaanvallen zwaar beschadigd. De wederopbouw was echter verrassend snel. Het aantal woningen (1939 =100 pct) bedroeg in 1945 ca 70 pct, in 1952 ca 90 pct.
Lit.: H. Hildebrandt, S., Deutsche Lande, Deutsche Kunst (Berlin 1933); Merian, Städte u. Landsch., S. (Hamburg 1948); K. Baedeker, S. u. Umg. (1949); E. K. Fischer, Schönes S. (Stuttgart 1950); A. Klett, S., Schone Bücher, Reihe A, Bd 11 (Stuttgart 1951): G. Wais, Alt-S., Bauten im Bild (1951).