door de Romeinen Nicer, Nicarus en Nicerus geheten, rechterzijrivier van de Rijn, in het Z.W. van Duitsland, ontspringt bij Schwenningen in Württemberg, vormde voorheen van Kochendorf tot aan Gundelsheim de grensrivier tussen Württemberg en Baden, komt beneden Heidelberg in de vlakte van het Rijndal en stroomt op 84 m hoogte bij Mannheim uit in de Rijn. De rivierlengte bedraagt 397 km en het stroomgebied is 12416 km.
Zijrivieren zijn o.m. de Aich, de Enz (die een klein afzonderlijk stroomgebied vormt), de Leinbach en de Elsenz (links), de Prim, Starzei, Echatz, Lauter, Fils, Rems, Kocher en Jagst, alsmede de Murr en de Sulm (rechts). Het heuvelachtige Neckargebied en dat van haar zijrivieren is door de lössbedekking een vruchtbaar akkerbouwgebied en levert graan, ooft en wijn. Van Rottenburg af zijn de oevers bijna geheel en al met wijngaarden bedekt en dicht aan de rivier komen amandelen, abrikozen enz. tot rijpheid. Het gehele dal is mooi en telt vooral van Heilbronn tot Heidelberg vele burchtruïnes. De belangrijkste steden aan de Neckar, meestal fabrieks- en handelsplaatsen, zijn Rottweil, Tübingen, Esslingen, Kannstatt, Marbach, Besigheim, Heilbronn, Wimpfen, Eberbach, Heidelberg en Mannheim. De Neckar is van Mannheim tot Heilbronn gekanaliseerd en bevaarbaar gemaakt voor schepen van 1200 ton, welke kanalisatie zal worden voortgezet tot Plochingen (198 km).
Het totale verval van 160 m zal in 26 stuwtrappen worden overwonnen, waarbij van het bij de stuwtrappen geconcentreerde verval gebruik gemaakt wordt voor de opwekking van electrische energie. De kanalisatie begon in 1920. In 1937 bedroeg het scheepvaartverkeer op de Neckar 1 950 000 ton (vnl. zand, stenen, kolen, zout en hout).