Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HARAR

betekenis & definitie

(of Harrar), stad in het O. van Ethiopië (Abessinië), terzijde van de spoorweg van Djiboeti naar Addis-Abeba gelegen, op 90 27' N. Br. en 420 15' O.L.v.Gr., is de hoofdstad van de gelijknamige provincie en is gebouwd op een 1856 m hoge granietkoepel te midden van prachtige bananen- en koffieaanplantingen.

Zij is omgeven door een versterkte muur met 5 poorten en 24 torens. De straten zijn nauw en ongeplaveid, de huizen primitief, behalve het paleis van de gouverneur (de Hertog van Harar) en de buitenlandse consulaten, welke ruim en solide zijn. Harar telt ca 25 000 inw., doch wordt thans in betekenis overtroffen door Dire Dawa (30 000 inw.), dat aan de spoorlijn ligt. De stad bleef centrum van de karavaanhandel en behalve koffie worden er ook gierst, chat (een soort narcoticum), muilezels, kamelen, huiden en harsen verhandeld. Harar werd waarschijnlijk in de 7de eeuw door Arabieren gesticht en werd in 1521 de hoofdstad van een Mohammedaanse staat. De Egyptenaren bezetten de stad in 1875, doch stelden zich tevreden met het aanstellen van de oudste zoon van de laatste emir Abdoellahi, die regeerde tot 1887, toen de latere keizer van Abessinië, Menelik II, Harar veroverde.

Deze stelde Ras Mahonnen aan als gouverneur. De Harari vormen een afzonderlijke stam met een eigen taal, enigszins verwant aan het Semietisch. Hun godsdienst is Mohammedaans. Voorts vindt men in Harar naast de inheemse bevolking nog die van Amhara, Somali en Galla. w. VAN DE BUNT

< >