is de in de Bijbel (Statenvertaling) gebruikelijke spelling van Charrân: een oude en belangrijke stad in Mesopotamië, gelegen aan de rivier Balich (of Belichos) ten Z.O. van Oerfa, het oude Edessa, aan een snijpunt van karavaanwegen. De naam, die in het Babylonisch-Assyrisch „heirbaan” betekent, is wellicht slechts volksetymologie.
De stad, die al in de bijbelse verhalen van aartsvader Abraham een rol speelt (Gen. 11 : 35 v.v.), had haar naam wellicht te danken aan het volk der Hoerrieten*; in de Grieks-Romeinse periode luidde de naam Carrhae. Hier was een beroemd heiligdom van de Maangod Sin*. Na de val van Nineve in 612 v. Chr. heeft de Assyrische prins Assur-uballit II zich nog enige jaren in Har(r)an gehandhaafd. In het jaar 54 v. Chr. heeft hier de Romeinse staatsman en veldheer Crassus een beslissende nederlaag geleden.
De puinheuvels van Eski-Haran of „Oud-Haran” zijn ongeveer 1,5 uur van het tegenwoordige dorp van die naam verwijderd. Een oudheidkundig onderzoek zou juist hier alleszins wenselijk zijn. De stad wordt reeds vermeld in de opschriften uit Kültepe (20ste eeuw v. Chr.) en in de annalen van de Hethietische koning Moersjilisj II.PROF. DR F. M. TH. DE LIAGRE BÖHL
Lit. A. Mez, Gesch. d. Stadt Harran in Mesopotamien (1892); M. E. L. Mallowan, Excavations in the Balikh Valley (Tijdschr. „Iraq”, 1946).