Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CRASSUS

betekenis & definitie

bijnaam van een Romeinse familie van het oude Plebejische geslacht van de Licinii. Hiertoe behoren:

Lucius Licinius C.

Romeins staatsman en redenaar (140 v. Chr. -91 v. Chr.), verdedigde als censor in 92 de Griekse taal tegenover hen, die deze bij het onderricht wilden afschaffen, door een edict, waarin hij te velde trok tegen de Latijnse rhetorenscholen. Hij was leerling van de redenaarschrijver Coelius Antipater.

In 95 v. Chr. was hij consul met Quintus Mucius Scaevola. Van zijn redevoeringen zijn vooral bekend die over een lex iudiciaria en een tegen zijn medecensor Gnaeus Domitius Ahenobarbus. Als fel optimaat trad hij op tegen de bondgenoten, die hij als consul door een wet uitsloot van het Romeinse burgerrecht.

Met Antonius is hij de hoofdpersoon in Cicero’s dialoog De Oratore (vgl. Malcovati, Orat. Rom. fragm. II 166, Torino 1930).

Marcus Licinius C. Dives

(geb. 115 v. Chr.), nam gedurende de onlusten door Cinna verwekt de wijk naar Spanje (85) en begaf zich na diens dood naar Sulla, wie hij na zijn landing in Italië en vooral in de slag bij de Porta Collina voor Rome belangrijke diensten bewees. Door zijn koopmanstalenten wist hij, handig gebruik makend van de mogelijkheden, door de proscripties en verbeurdverklaringen van vermogens door Sulla geschapen, een reusachtig vermogen te verwerven, dat hij nu aanwendde om politieke invloed te verkrijgen. Hierdoor verkreeg hij het opperbevel tegen de Slavenopstand onder Spartacus, wist deze te bedwingen en verkreeg door zijn legers het consulaat voor 70 met Pompeius, waarin hij Sulla’s wetten voor een goed deel afschafte.

Door schenkingen wist hij verder het volk voor zich te winnen en werd in 65 tot censor verkozen. In 63 ernstig verdacht, samen met Caesar Catilina te hebben gesteund, wist hij door tijdige aangifte van diens plannen zich aan een aanklacht te onttrekken. Na Pompeius’ terugkeer sloot hij met deze en Julius Caesar in 60 het zgn. eerste driemanschap, trad in 56 verzoenend op, zodat het driemanschap hernieuwd werd, werd in 55 met Pompeius consul en vertrok al spoedig naar Azië om oorlog te voeren tegen de Parthen. Hij trok hier in 54 over de Eufraat, maar werd in 53 ten Z. van Carrhae verslagen.

Hij wilde naar Armenië, werd door de vijandelijke veldheer tot een onderhoud uitgenodigd, maar verraderlijk vermoord.

Lit.: C. Deknatel, De Vita M. Crassi (1901); A. Garzetti, Athenaeum 1941, p. 1-37; 1942, p. 12-40; 1944-45, p. 1-62.

Publius Licinius C.

(ca 250 v. Chr. - 183 v. Chr.), hooggeëerd als rechtskundige, werd door zijn persoonlijke verdiensten pontifex maximus (opperpriester), nog vóór hij aedilis was geweest; gaf als aedilis schitterende spelen (211) en werd in 210 censor, nog vóór hij praetor of consul geweest was, tegen alle Romeinse gewoonte in. Tegen Hannibal vermocht hij weinig.

Zijn begrafenis is beroemd wegens schitterende spelen (120 gladiatoren) en grote uitdelingen aan het volk. Hij voerde, als eerste, naast de bijnaam Crassus (vet) ook die van Dives (rijk).

Publius Licinius C. Mucianus Dives

zoon van Publius Mucius Scaevola, maar door een Crassus geadopteerd, was bekend om zijn rechtskunde en zijn welsprekendheid, streed als consul in 131 v. Chr. tegen Aristonikos (die na de dood van Attalus III Pergamum wilde veroveren), doch werd gedood.

< >