is een niet erg gelukkig gekozen term voor het verschijnsel, dat de taalgebruikers langs associatieve en analogische weg wijzigingen in de klankvorm van bepaalde woorden aanbrengen.
Sommige, oorspronkelijk onbekende, woorden hebben een omvangrijke klankvorm, die niet in het phonologische systeem van een bepaalde taal past. Oranglama heeft voor de Nederlander een te zware, ongelede massa; het daaruit ontstane oorlam, hoewel even weinig zinvol als oranglama, is phonologisch vergelijkbaar met zuiglam en oorpijn en past daardoor in een gebruikelijke categorie van samenstellingen. Het phonologisch afwijkende is door de ontwikkeling oranglama tot oorlam uit de weg geruimd. De betekenis (etymologie is woordafleiding in verband met de betekenis) is er volstrekt niet duidelijker door geworden. De voorbeelden van volksetymologie zijn talrijk: hangmat (uit hammak), scheurbuik (uit scorbut), intree (uit entrée), kwast (uit squash) enz.
Lit.: J. Leenen, Is volksetymologie volkswetenschap? (in: Taal en Tongval, 1949).