Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Grondrecht tot VERENIGING EN VERGADERING

betekenis & definitie

biedt in zijn formulering in de NEDERLANDSE Grondwet tegenover de wetgever geen gewaarborgd recht. Art. 9 der Grondwet bepaalt: „Het recht der ingezetenen tot vereniging en vergadering wordt erkend.

De wet regelt en beperkt de uitoefening van dat recht in het belang der openbare orde.” De wet, welke de Grondwet voorschrijft, kwam tot stand op 2 Apr. 1855 (Stbl. no 32). Volgens deze wet staat de oprichting van verenigingen vrij: geen voorafgaande machtiging is nodig. Verboden is de vereniging, welke strijdt met de openbare orde. Als strijdig met de openbare orde wordt beschouwd de vereniging, welke tot doel heeft of welker feitelijke werkzaamheid is gericht op 1. ongehoorzaamheid aan of overtreding van de wet of een wettelijke verordening;
2. aanranding of bederf van de goede zeden;
3. stoornis in de uitoefening der rechten van wie het ook zij. De rechter kan op vordering van het openbaar ministerie verklaren, dat een vereniging verboden is, als strijdig met de openbare orde. Deelneming aan een verboden vereniging (niet alleen een verboden verklaarde vereniging) is strafbaar volgens art. 140 W.v.Sr.

Het oprichten van een vereniging staat ieder vrij, maar om als rechtspersoon te kunnen optreden behoeft de vereniging erkenning: door een wet, als zij voor meer, door de Kroon, als zij voor minder dan dertig jaren wordt aangegaan. De erkenning geschiedt door goedkeuring van de statuten. Zij wordt alleen geweigerd— en dan bij met redenen omkleed besluit — op gronden, ontleend aan het algemeen belang. Bij afwijking van haar statuten kan de vereniging door de rechter op vordering van het openbaar ministerie van haar rechtspersoonlijkheid vervallen worden verklaard.

Ook het houden van vergaderingen, ook van openbare, is in beginsel vrij. Slechts de volgende beperkingen gelden:

1. voor openbare vergaderingen ter gemeenschappelijke beraadslaging in de openlucht is vergunning nodig van de Burgemeester;
2. de politie heeft vrije toegang tot alle openbare vergaderingen;
3. het dragen van wapenen door anderen dan (onder) officieren in uniform is in openbare vergaderingen verboden;
4. vergaderingen tot oefening in de wapenhandel behoeven vergunning van de Burgemeester;
5. iedere vergadering, waarin de openbare orde gestoord wordt of tegen de bepalingen van deze wet wordt gehandeld, gaat op vordering van de politie terstond uiteen.

PROF. MR W. G. VEGTING

Lit.: A. E. Bles, Vereenigingen en naaml. vennootschappen en hare behandeling aan het Dep. v. Justitie, 5de dr. (’s-Gravenhage 1921); R. Beumer, Hoe leid ik een vereniging? (Amsterdam 1951); C. Westrate en G.

H. A. Grosheide, Handboekje voor voorzitters en secretarissen van verenigingen, 5de dr. (Alphen a. d. Rijn 1952); R. Kranenburg, Het Nederl. Staatsrecht, 7de dr. (1951); C.

W. van der Pot, Handb. v. h. Nederl. Staatsrecht, 5de dr. (1953)

Naar BELGISCH recht wordt de vrijheid van vereniging ook door de Grondwet gewaarborgd (art. 20) en krachtens de wet van 24 Mei 1921 kan niemand gedwongen worden, al of niet deel uit te maken van een vereniging (Syndicale vrijheid). Om van het voordeel van de rechtspersoonlijkheid te genieten, moeten de verenigingen zonder winstgevend doel geen voorafgaande machtiging of erkenning hebben, doch enkel aan de gestelde wettelijke vereisten voldoen, zoals: ten minste 3 leden tellen, de statuten bekend maken in het Staatsblad, op alle bescheiden van de vereniging de vermelding „vereniging zonder winstgevend doel” aanbrengen en de alphabetische lijst van leden ter griffie van de rechtbank neerleggen.

In België is het recht van vergadering eveneens grondwettelijk gewaarborgd (art. 19). Vergaderingen, die in bijzondere, gesloten zalen worden gehouden, kunnen aan geen voorafgaande vergunning onderworpen worden. Voor deze vergaderingen moeten de burgers zich nochtans gedragen naar de wetten, die de uitoefening van dit recht kunnen regelen, nl. naar de voorschriften van de wet van 16-24 Aug. 1790 en art. 94 der gemeentewet, krachtens welke de gemeenteoverheden de nodige maatregelen kunnen nemen tot voorkoming en tot beteugeling van mogelijke wanorde. Vergaderingen in de open lucht, op straten of pleinen, alsmede vergaderingen van niet-vreedzame en gewapende burgers, zelfs in gesloten lokalen gehouden, zijn aan de politie-wetten en gemeentelijke politiereglementen onderworpen.

< >