Nederlands ontleedkundige en toneeldichter (Amsterdam IQ Mrt 1649 - Leiden 30 Mrt 1713), was chirurgijn te Amsterdam, promoveerde te Franeker tot doctor medicinae, 1682, publiceerde een voor die tijd voortreffelijke anatomische atlas met pl. van Ger. de Lairesse Anatomia humani corporis (Amst. 1685, Ned. vert. 1690), werd professor in de ontleed- en geneeskunde te Leiden (1694) en lijfarts van Willem III (1701). Hij schreef ook toneelstukken (zijn treurspel Karei erf-prins van Spanje, Amst. 1679, was zeer populair) en verrijkte Vondels Faëton en Salmoneus naar de smaak van zijn tijd met balletten; zijn optreden in Amsterdamse schouwburgkringen (1685-’87) verwekte echter groot schandaal.
Bibl.: Brieven der gemartelde apostelen (Amst. 1675, herdr.); Vertooningspel op de vreede (Amst. 1678); Fabius Severus, treurspel (1680) ; De dood van Pompejus. Treursp. u. h. Fr. v. Corneille (Amst. 1684) ; De muitery en nederlaag van Midas (opgevoerd 1685, gedr. Leiden 1723); Beurze-strijd of samenspraek tusschen Galenus en Baldus (1692, anoniem); De antiquitate anatomes (Lugd. Bat. 1694) ; Brief aan Antony van Leeuwenhoek wegens de dieren welke men in de lever der schaapen vind (Delft 1698) ; Verhaal der laatste ziekte en het overlij'den van Willem III(Leiden 1702) ; Jezus leeraar (Leyden 1711) ; De oculis (L.B. 1715) ; Omnia opera anatomica-chirurgica (L.B. 1715); Tooneelpoezy, 2 dln (Leiden 1719); Mengelpoezy (Leiden 1719).
Lit.: Naamlijst van Doopsgezinde schrij veren (1745) ; J. Ban ga, Gesch. v. d. geneeskunde II (1868); Cat. der Bibl. v. d. Mij. der Ned. lett. te Leiden II, 3 (1887); J. A. Worp, Gesch. v. h. drama, 2 dln (igo4-’o8) ; C. A.
Siegenbeek v. Heukelom-Lamme, Album scholasticum academiae Lugduno-Bat. (1941).
