Minderbroedermonnik (Capestrano 24 Juni 1386 - Ilok a.d. Donau 23 Oct. 1456), trad op 30-jarige leeftijd in de orde der Franciscanen.
Zijn ijver strekte hem tot aanbeveling bij de pausen Martinus V, Eugenius IV en Felix V, en hij werd benoemd tot legaat en inquisiteur te Napels en in de Kerkelijke Staat tot bestrijding van de secte der Fraticellen (Fratres de opinione) aangesteld. Toen de H. Bernardino van Siena een strengere afdeling stichtte van de orde der Franciscanen, bood Capestrano hem daarbij de behulpzame hand. Hij ging in 1451 volgens de wens van Frederik III, de Duitse koning, naar Oostenrijk.
In Bohemen liet Georg Podiebrad hem toe; in Moravië bekeerde hij vele Hussieten, in Silezië bestreed hij de Joden, en ook naar Polen strekte hij zijn werkzaamheid uit. Bekend is zijn kruisprediking tegen de Turken op de Frankforter en Neustadter rijksdag van 1454. Twee jaren later droeg hij door een door hem verzameld kruisleger veel tot de redding van het door de Turken belegerde Belgrado bij. Hij bezocht ook de Nederlanden, o.a.
Brugge, Sluis, misschien ook Weert. Feestdag 28 Mrt.Lit.: E. Jacob, Joh. v. Capestrano (Breslau 1903-’11), 2 dln.