(medicina forensis) noemt men de samenvatting van alle onderdelen der geneeskundige wetenschap en van haar hulpwetenschappen, die toegepast kunnen worden ter voorlichting van rechterlijke en politiële ambtenaren. Van het eerste ogenblik af, dat voor de rechtspraak de beantwoording van geneeskundige vragen nodig werd, dateert de gerechtelijke geneeskunde.
Als voorlopers der gerechtelijke geneeskunde mag men de mededelingen beschouwen, dat bij de Romeinen ten tijde van Caesar aan vakkundigen een beoordeling werd gevraagd van verwondingen. Een tweede phase trad in toen — eveneens in het Romeinse Rijk — een onderzoek werd voorgeschreven naar de toestand van zwangeren (door vroedvrouwen), omdat aan zwangeren bijzondere voorrechten werden toegekend. Wijzigingen in de rechtspraak en het invoeren van het inquisitieve strafproces bereidden nader de ontwikkeling der gerechtelijke geneeskunde voor. Mogelijk is de eerste lijkopening geschied in 1315 door Luzzi te Bologna.
De toelating en dagvaarding van gerechtelijke geneeskundigen is van Germaanse oorsprong. In de Peinliche Gerichtsverordnung van keizer Karel V worden artikelsgewijze de misdrijven genoemd, waarbij de hulp van artsen moest worden ingeroepen. In het einde van de 17de eeuw werd de gerechtelijke lijkopening meer en meer noodzakelijk geacht. Het onderzoek in gevallen van vergiftiging nam in belangrijke mate toe in de tijd, dat dit soort misdrijf in Italië, in Frankrijk, doch ook in andere landen, zulk een verbazende omvang verkreeg.In het begin der 19de eeuw gaf Henke belangwekkende bijdragen tot de beoordeling van vergiftigingsgevallen. In deze tijd werd verder een groot deel van de gerechtelijk-geneeskundige onderzoekingen in beslag genomen door de kinderdoodslag; de longproef hield de geleerden van die tijd onophoudelijk bezig. In de 19de eeuw ontwikkelde zich de gerechtelijke geneeskunde snel, dank zij de grote vooruitgang der geneeskunde en der natuurkundige wetenschappen: de Weense school speelde hierbij een leidende rol; in Frankrijk vormden de werken van Tardieu en Brouardel de grondslag. De ontwikkeling der psychiatrie was mede een oorzaak voor het te hulp roepen van deskundigen ter beoordeling van de toerekeningsvatbaarheid van verdachten en ter waardebepaling van de afgelegde getuigenissen.
Het onderzoek in zededelicten nam een steeds grotere plaats in, mede als gevolg van microscopisch en scheikundig onderzoek. Ook het onderzoek van alle mogelijke andere sporen, die tot opheldering van een misdrijf konden dienen, werd de gerechtelijk-geneeskundige opgedragen. De gehele identificatieleer, zo belangrijk voor het ontmaskeren van de recidivist, en voor de bewijslevering, dat een verdachte ter plaatse van een misdrijf was geweest, werd op medische grondslag geschoeid (dactyloscopie en Bertillonage). Het bloedonderzoek, ter vaststelling van bloed als zodanig, ter bepaling van de herkomst van het bloedspoor van mens of dier, het onderzoek naar de bloedgroepen, betekende een grote uitbreiding voor de gerechtelijke geneeskunde. Gesteund door de erfelijkheidsleer werd het bloedonderzoek een waardevol hulpmiddel bij het onderzoek naar het vaderschap.
De fotografie, ook de microfotografie, in haar snelle ontwikkeling der laatste decenniën, de kennis der X-stralen en der ultraviolette en infra-rode stralen verruimden meer en meer het terrein van de gerechtelijke geneeskunde en deden haar steeds belangrijkere resultaten boeken.
In de 20ste eeuw ontwikkelde zich de gerechtelijke geneeskunde steeds meer in criminalistische zin. Zo werd bij de lijkschouwingen niet alleen meer gelet op uitsluitend medische gegevens, doch op alle gegevens, die er toe kunnen bijdragen aan te tonen hoe het misdrijf is gepleegd, of er contact is geweest tussen de verdachte en de verslagene. Alle mogelijke hiertoe bij dragende sporen moeten door de gerechtelijk geneeskundige worden nagegaan, onderzocht of ter onderzoek aan meer bevoegden worden overgedragen. Schotsporen, sporen van andere werktuigen bij het misdrijf gebruikt, resten van vechtpartijen afkomstig, verontreinigingen, die een rol kunnen spelen bij de plaatsbepaling van het misdrijf en bij de vaststelling van het beroep, kortom allerlei criminalistische gegevens moeten worden waargenomen en verzameld.
Zowel de meer gespecialiseerde opleiding van de rechterlijke ambtenaar, die zich met strafzaken bezig houdt, als van de gerechtelijk geneeskundige waarborgen een vooruitgang in de resultaten van een dergelijk onderzoek.
j. p. L. HULST
Lit.: Hofman-Haberda, Lehrb. d. Gerichtl. Medizin (Wien 1927); V. Balthazard, Précis de Médecine légale (Paris 1935); Sydney Smith, Forensic Medicine (London 1945); J.
Glaister, Medical Jurisprudence and Toxicology (Edinburgh 1945) ; F. Thomas et G. Cleymaet, Introduction à l’Histoire de la Médecine légale (Rev. de Droit Pénal et de Crimin. Febr. 1947), blz. 406-430.