Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VERGIFTIGING

betekenis & definitie

of intoxicatie is ziekte, veroorzaakt door een vergift, dus door een chemische stof. Een acute vergiftiging ontstaat als een (betrekkelijk) grote hoeveelheid vergift in korte tijd het lichaam binnendringt, terwijl het gedurende lange tijd opnemen van kleine hoeveelheden vergift de oorzaak kan zijn van een chronische vergiftiging.

Meestal is het vergift afkomstig uit de buitenwereld (exogene vergiftiging). Er zijn echter ook endogene vergiftigingen of auto-intoxicaties, waarbij de giftige stoffen in het lichaam zelf ontstaan door een afwijking in de stofwisseling of waarbij, door het te kort schieten der uitscheidingsorganen, bepaalde normale stofwisselingsproducten een abnormale concentratie in de lichaamsvloeistoffen bereiken (z auto-intoxicatie, jicht, suikerziekte, uraemie). Exogene vergiften bereiken het lichaam meestal via het maagdarmkanaal, soms via de longen, nl. als het vluchtige stoffen betreft (z gasvergiftiging), minder vaak langs de huid (bijv. benzol, tetra-aethyl-lood), door open wondvlakten of via de slijmvliezen van urineblaas of geslachtsorganen (bijv. sublimaat). Tal van giftige stoffen kunnen in het lichaam min of meer onschadelijk worden gemaakt [z lever); de uitscheiding van vergiften geschiedt hoofdzakelijk door de nieren. Vele vergiften gaan over in de moedermelk, zoals alkohol, nicotine en tal van geneesmiddelen.Sommige vergiften worden onschadelijk gemaakt door vastlegging in bepaalde organen, bijv. zilversulfide in de huid (argyrie), lood in het skelet (z loodvergiftiging). De genoemde afzetting van zilversulfide in de huid is blijvend (irreversibel), lood daarentegen kan langzamerhand weer worden vrijgemaakt en uitgescheiden met de urine.

De gevoeligheid voor vergiften loopt bij verschillende individuen zeer uiteen. Kinderen bijv. zijn zeer gevoelig voor morphine en aanverwante stoffen. Door gewenning kan de gevoeligheid voor sommige vergiften belangrijk verminderen; men drukt dit ook wel uit door te zeggen, dat zich een tolerantie ontwikkelt. Van intolerantie spreekt men als de een of andere stof in een hoeveelheid, die i.h.a. onschadelijk is, bij bepaalde individuen vergiftigingsverschijnselen teweegbrengt. Een aangeboren intolerantie heet idiosyncrasie; ontwikkelt zij zich tijdens het leven, nadat men een of meermalen met de stof in aanraking is gekomen, dan spreekt men van sensibilisatie. Bij vele geneesmiddelen moet men op de mogelijke ontwikkeling van zulk een intolerantie bedacht zijn; één uit vele voorbeelden is de practisch zo belangrijke, immers levensgevaarlijke agranulocytose door pyramidon e.a. geneesmiddelen.

Er zijn in de moderne samenleving zeer veel mogelijkheden voor vergiftiging. De economische betekenis van sterk werkende chemicaliën is zeer groot geworden en vele vergiften zijn onder ieders bereik gekomen. Men onderscheidt opzettelijke of criminele vergiftigingen en onopzettelijke of accidentele vergiftigingen; een afzonderlijke groep vormen vergiftigingen door genot- en verslavingsmiddelen, die wel opzettelijk, maar niet met misdadige doeleinden worden gebruikt.

Vergift wordt veel vaker gebruikt voor zelfmoordpogingen dan voor moord. Dit geldt althans voor normale tijden. Gedurende Wereldoorlog II is de chemische massamoord op grote schaal toegepast in de ,,Vernichtungslager” en tijdens Wereldoorlog I maakten de oorlogsgassen vele slachtoffers (z oorlogvoering, chemische). De ontdekking van gifmoord is door moderne methoden van onderzoek in de regel met zekerheid mogelijk. Nog steeds wordt arsenicum hiervoor het meest gebruikt (z aqua tofana, arsenicumvergiftiging, gifmengsters); verder o. a. thallium en koolmonoxyde. Vergiftiging met slaapmiddelen en met koolmonoxyde zijn dikwijls het gevolg van pogingen tot zelfmoord. Verder ontstaan criminele vergiftigingen nogal eens door het gebruik van abortiva.

Accidentele vergiftigingen kunnen het gevolg zijn van ongevallen, technische stoornissen (o.a. de koolmonoxydevergiftiging), van onkunde, onvoorzichtigheid, slordigheid, vergissing. Herhaaldelijk komt het voor, dat kinderen een fles met etsende vloeistof aan de mond zetten of versuikerde pillen met een sterk werkend geneesmiddel innemen. Men kan met al dergelijke stoffen nooit voorzichtig genoeg zijn. Een belangrijke groep vormen de beroepsvergiftigingen. De kans hierop wordt door maatregelen van de Arbeidsinspectie zoveel mogelijk beperkt (z bedrijfshygiëne). Art. 82 van de Arbeidswet (1919) verplicht de geneeskundigen tot aangifte van een aantal beroepsvergiftigingen, die bij algemene maatregel van bestuur zijn vastgesteld. Hiertoe behoren o.a. vergiftigingen met ammoniak, aniline, arsenikwaterstof, benzine, benzol, chroom, cyaan, koolmonoxyde, lood, methylalkohol, zwaveligzuur, zwavelwaterstof. Eveneens van grote betekenis zijn de medicinale of geneesmiddelvergiftigingen, deels berustend op intolerantie bij normale dosering, deels op ongecontroleerd gebruik van te hoge doses of op ondeskundige toepassing. Voedselvergiftiging is afzonderlijk behandeld.

Genotmiddelen (alkohol, tabak, koffie, thee) kunnen vergiftiging veroorzaken, als zij in overmatige hoeveelheden worden gebruikt of als zij van ondeugdelijke samenstelling zijn, bijv. met methanol gedenatureerde alkohol. Verslavingsmiddelen zijn verdovende of ook wel prikkelende stoffen, die een bedrieglijk gevoel van welzijn (euphorie) veroorzaken, waardoor het verlangen naar deze stoffen steeds sterker wordt, temeer daar een staken van het misbruik wordt gevolgd door onaangename, korter of langer durende abstinentieverschijnselen. Zo ontwikkelt zich de gifverslaving of toxicomanie, ook narcomanie of euphomanie genoemd. Tot de verslavingsvergiften behoren morphine, cocaïne, benzedrine, betel, heroïne, haschisch, mescaline. Langdurig misbruik van dergelijke middelen pleegt niet alleen een chronische vergiftiging, maar ook een maatschappelijke catastrophe te veroorzaken.

De symptomen van een vergiftiging zijn veelal kenmerkend voor een bepaalde stof of groep van stoffen. Voor de herkenning van een vergiftiging is echter vooral ook nodig, dat men aan die mogelijkheid denkt en goede nota neemt van allerlei omstandigheden, die met het ziek worden in verband kunnen staan. Hierna kan het bewijs van de vergiftiging dan gewoonlijk worden geleverd door het vergift chemisch aan te tonen in het lichaam zelf of in uitscheidingsproducten.

Bij acute vergiftigingen dient onverwijld medische hulp te worden ingeroepen. Zo mogelijk zal men verdere toevoer van het vergift trachten te voorkomen, bijv. door het slachtoffer te verwijderen uit een vergiftigde atmosfeer. Bij de behandeling streeft men er naar zo snel mogelijk het vergift uit het lichaam te verwijderen en de resorptie, zover deze nog niet heeft plaats gevonden, te verhinderen. Soms kan een tegengif (z antidota) worden toegediend. Overigens worden de vergiftigingsverschijnselen symptomatisch bestreden: bijv. door kunstmatige ademhaling, prikkeling van het ademcentrum, toediening van zuurstof, middelen die de bloedsomloop verbeteren enz. Is er vergift ingenomen door de mond, dan kan men — als het bewustzijn nog niet is verloren gegaan — braken opwekken en daarna veel water laten drinken, onder toevoeging van dierlijke kool (als adsorbens) en natriumsulfaat (als laxans).

Bij bewustelozen zal men hiervoor gebruik maken van de maagslang. De behandeling van chronische vergiftigingen is vaak een langdurige aangelegenheid en geheel afhankelijk van de aard der vergiftiging.

DR H. J. VIERSMA

Lit.: S. Moeschlin, Klinik und Therapie der Vergiftungen (Stuttgart 1952); H. Fühner, W. Wirth en G. Hecht, Medizinische Toxicologie (3de dr., Stuttgart 1951); A. Hamilton en R.

T. Johnstone, Industrial Toxicology (New York 1945); Knud O. Maller, Stimulantia, genotmiddelen en narcotica (’s-Gravenhage 1951 u. h. Deens vert.).

< >